H2 De Oude Grieken herhaling

Herhaling H2 De Oude Grieken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H2 De Oude Grieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van wanneer tot wanneer vind de tijd van Grieken en Romeinen plaats?
A
3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.
B
1000 v.Chr. tot 100 v.Chr.
C
2500 v.Chr. tot 750 n.Chr.
D
1500 v.Chr. tot 500 n.Chr.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een polis?
A
een griekse leider
B
een bestuursvorm
C
het griekse woord voor stadsstaat
D
een filosoof

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de taken van de mannen/jongens in de Griekse stadstaat?
A
Werken op het land
B
Het hoofd van het gezin
C
Zorgen voor het inkomen
D
Kregen onderwijs

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de taken van vrouwen/meisjes in de Griekse stadstaat?
A
Huishouden
B
Handelen
C
Opvoeden
D
Werken in de stad

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend ongelijkheid?
A
Een gelijke verdeling tussen mensen in bezit, macht of rechten
B
C
D
Verschil tussen mensen in bezit, macht of rechten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Burgerrecht;
wanneer wel en niet?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Deze vraag gaat over 'het bestuur van de stadstaat'. 
Sleep de bestuursvormen (zie rechts) naar de juiste zinnen (zie links):
aristocratie
democratie
monarchie
tirannie
Athene was eerst een....
Toen werd Athene een....
Vervolgens werd Athene een....
Daarna werd Athene een.....

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bestuur van Athene
Sleep de woorden naar de juiste plek:
volksvergadering
rechters
dagelijkse leiding
leiders vloot/leger
raad van 500

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijk Sparta met Athene op politiek gebied?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De Grieken stichtten kolonies langs de kusten van de Middellandse- en de Zwarte Zee.

Welke zin gaat over een GEVOLG van deze kolonisatie?


A
De Griekse boeren konden onvoldoende voedsel produceren.
B
De Griekse bevolking groeide
C
De Griekse handel groeide en de cultuur werd verspreid
D
Geen van de genoemde zinnen is een GEVOLG van deze kolonisatie.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mythe
Kolonie
stadstaat
indirecte democratie
Directe democratie 
mensen stemmen zelf voor of tegen een plan. 
Griekse stad met gebied er om heen.
verhaal over verzonnen goden en wezens
stemmen op mensen die namens ons het land besturen.
Grondgebied van een griekse stadstaat buiten griekenland. 

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee uitspraken zijn juist?
A
De Grieken geloofden in één god.
B
De Grieken geloofden dat ze na hun dood naar de hemel gingen.
C
Griekse goden leefden voor eeuwig.
D
Griekse goden konden beslissen over het leven van de mensen.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past niet bij de Griekse goden
A
Ze hebben menselijke eigenschappen, zoals verliefd, boos of jaloers.
B
Ze lijken op mensen.
C
het zijn mythische wezens die niet lijken op mensen, maar op reuzen.
D
Ze hebben goddelijke eigenschappen (superkrachten en onsterfelijkheid)

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Olympische spelen werden gehouden ter ere van de god.........?
A
Apollo
B
Poseidon
C
Olympia
D
Zeus

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden bij het juiste vak.
Goed
Fout
De Griekse tempels zijn een goed voorbeeld van de Griekse cultuur.
Vrouwen mochten vroeger meedoen aan de Olympische Spelen.
De winnaars van de vroegere Olympische Spelen kregen een olijftak.
Op de oude Olympische Spelen werden minder sporten beoefend dan tegenwoordig.

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis - Welke onderzoeker?
A
Hippocrates
B
Plato
C
Aristoteles
D
Herodotus

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geneeskunde - Welke onderzoeker?
A
Aristoteles
B
Hippocrates
C
Herodotus
D
Socrates

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. Vul de juiste woorden op de juiste plek in. 
Let op: je moet niet alle woorden gebruiken. 

Door goed te kijken naar de wereld om hen heen, probeerden Griekse                                   en                              

de wereld om hen heen te begrijpen, zonder hulp te vragen aan hun                                   . 

Door heel goed te                                    konden                                    deze wereld óók goed namaken. Hun 

beelden waren                                   : ze leken wel echt te leven. 

De wetenschap en de architectuur van de Grieken was zo goed dat de                                    er veel van 

overnamen. De kunst en cultuur van de Grieken en de Romeinen noemen we de                                    cultuur.
filosofen
Romeinen
klassieke
levensecht
wetenschappers
kunstenaars
kijken
goden

Slide 19 - Sleepvraag

Dit is een variatie op bestaande opdracht 12

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies