012 H6.1 t/m H6.6

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

4 HAVO ECON.1  ||  2020-2021

Programma

• Bespreken H5.8
• Lesdoelen
• Theorie
• Aan de slag
• Evaluatie

Samen lezen 5.8

Noem de productiefactoren + beloningen

Productiefactoren

Productiefactor	Beloning
K apitaal	Rente + huur
A rbeid	Loon
N atuur	Pacht
O ndernemerschap	Winst

Hoofdstuk 6

Verzekeren

Wat betekent verzekeren eigenlijk?

Verzekeren

Risico is de kans op schade door een onzekere gebeurtenis.

• aanrijding
  
• ziekte
  
• werkloos raken
  
• diefstal
  
• brand
  
• enz.
  

• Mensen die weinig risico wil lopen zijn risico-avers
  

• Je kunt je regen (bijna) alle risico’s verzekeren bij een verzekeringsmaatschappij.
  
• Je betaalt dan premie. → voorwaarden staan in een polis. Soms gedeelte zelf betalen eigen risico
  

• De hoogte die je betaalt hangt af van:
  
• bedrag dat vergoed wordt.
  
• kans dat het risico voorkomt
  

De hoogte die je betaalt hangt af van:
bedrag dat vergoed wordt.
kans dat het risico voorkomt

--> waarom is dit zo?

De overheid kan sommige verzekeringen collectief verplichten. Bijv. AOW

 

Verzekeringen die je zelf kunt afsluiten zijn particuliere verzekeringen.

→ verzekeringsmaatschappijen mogen je weigeren.

→ Bijv. aanvullende ziektekosten, reisverzekering, diefstalverzekering enz.

Aan de slag

Maken H6.1 t/m H6.3

Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen

Klaar? Lezen vervolg

10minuten

Sociale verzekeringen

→ ingehouden op je loon via loonheffing

→ tegen inkomensverlies, ziekte of kinderen

overheid bepaald de hoogte van de premie

Solidariteit is belangrijk. Iedereen verplicht en iedereen mag moet meedoen. Premie wordt geheven naar draagkracht → hoge inkomens betalen meer premie dan mensen met een laag inkomen.

Sociale verzekeringen

Er zijn twee soorten sociale verzekeringen:

• volksverzekeringen → voor iedereen
  

belangrijkste = AOW (na 67 jaar)

• Werknemersverzekeringen → alleen voor werknemers
  

ongeveer 70-75% van laatst verdiende loon

Aan de slag

Maken t/m H6.6

Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen

Klaar? Nakijken

Niet af? Huiswerk!

Tot 5 minuten voor tijd