NaSk hs2 Water les 5

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 3

Welkom bij NaSk - les 5 over water

Wat leren we vandaag?

Les over Smeltpunt en kookpunt: 

- Herhaling "hoe bepaal je de fase" uit smeltpunt & kookpunt

- Hoe herken je een zuivere stof (via smelt- of kookpunt)?

- Hoe komt het dat ijs (de vaste stof van water) drijft? 

Boek: HS2 §1 (p62) en §3 +§4 (stukje)

Moleculen en atomen

IJs, water, waterdamp.

IJS

WATER

WATERDAMP

(IS NIET ZICHTBAAR)

de stof water

in vaste toestand

de stof water

in vloeibare toestand

de stof water

in gasvormige toestand

6 Faseovergangen

verdampen & condenseren

smelten & stollen

vervluchtigen & rijpen

Smelten en koken

• Bij steeds meer opwarmen gaat een vaste stof smelten (bij de temperatuur die we het smelpunt noemen) 
• Bij nog meer opwarmen uiteindelijk koken  en verdampen (bij de temperatuur die het kookpunt heet). 
• Aan het smelt- en kookpunt kun je een stof herkennen!

• van vast naar vloeibaar = smelten

• van vloeibaar naar gas = verdampen

Deze heb ik even aangepast, want dan is het een inleiding voor de vraag die hierna komt. En ik moest "kookpunt" & "smeltpunt" nog introduceren.

Smelt- en kookpunt zijn stofeigenschappen:

Je kunt er een stof aan herkennen

Smeltpunt en vriespunt

Het smeltpunt van ijs

 (of het vriespunt van water)

bedraagt 0 °C. Tijdens het

smelten blijft de 

temperatuur constant.

Bekijk tabel 1 (p. 79). Schrijf de fases op bij kamertemperatuur, bijvoorbeeld alcohol (l), aluminium (s). Doe de volgende 10

Nieuwe theorie (HS 2, vanaf p81 & plusstof 74/75)

Zuivere stof

bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt

(boek p 81)

Het kookpunt

De temperatuur waarbij een stof kookt.

Kristallen

• Hebben een regelmatige vorm
  
• Omdat de moleculen van de stof allemaal gelijk zijn kunnen ze op een regelmatige manier gestapeld worden (zoals sinaasappels in een supermarkt)
  
• Er omtstaat een kristalrooster, moleculen hebben daarin een vaste plek.
• Door onderlinge aantrekkingskracht blijven ze stevig aan elkaar vast zitten.

IJS

bespreek: wat zou er gebeuren als ijs niet lichter was dan water?

verzin een proefje om thuis te doen om te kijken of het volume toeneemt als water bevriest (maak foto!)

Check de leerdoelen

Weet je dat smeltpunt en kookpunt eigenschappen zijn van een stof?

Weet je dat bij een zuivere stof de temperatuur constant blijft tijdens het smelten/stollen en het koken? 

Wat veroorzaakt de uitzondering dat ijs lichter is dan water?

Omschrijf wat je vandaag hebt geleerd.

Hoe verder?

Maak de opgaves 1-9 (blz 83-84) EN KIES UIT 1) of 2):

1) je maakt ook de  opgaves 11-13 (blz 78) over ijs en water, 

2) je voert een zelfbedacht proefje uit  (foto's + vertellen in de les) dat aantoont dat ijs een lagere dichtheid heeft dan koud water (bekijk even fig 5 op blz 75). 

Hierna is dit hoofdstuk klaar, we kijken volgende keer nog naar het huiswerk en daarna HS4 Elektriciteit. 

H2B/H2C: Lever maandag je verslag in

H2A: practicum komt de dag na de vakantie.

Einde