9.2
1 / 24
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ben je tevreden met je cijfer?
Beschrijf kort hoe je geleerd hebt.
Beschrijf kort hoe je geleerd hebt.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
Slide 6 - Quizvraag
Uit welke lagen bestaat de huid?
A
Opperhuid, Kiemlaag, Hoornlaag
B
Hoornlaag, Kiemlaag, Lederhuid
C
Lederhuid, Onderhuidsbindweefsel, Kiemlaag
D
Opperhuid, Lederhuid, Onderhuids bindweefsel
Slide 7 - Quizvraag
Wat is geen functie van de huid?
A
beschermen tegen gevaarlijke stoffen
B
zorgen dat het lichaam niet snel oververhit raakt.
C
de eerste verdediging tegen ziekteverwekkers.
D
de huid helpt niet met het warm houden
Slide 8 - Quizvraag
Rowan is gevallen, hij heeft een niet bloedende schaafwond, welk(e) deel of delen van de huid is NIET beschadigd?
A
Alleen de hoornlaag niet.
B
Alleen de kiemlaag niet.
C
Alleen de lederhuid niet.
D
Alleen de hoornlaag en de kiemlaag niet.
Slide 9 - Quizvraag
Frank heeft te lang in de zon gezeten en zijn huid is rood geworden. Na een paar dagen zijn er losse 'velletjes' op zijn huid te zien. Tot welk deel van het lichaam behoren de 'velletjes?'
A
de hoornlaag
B
de kiemlaag
C
de lederhuid
D
onderhuidsbindweefsel
Slide 10 - Quizvraag
Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Slide 11 - Sleepvraag
Max heeft een lichte huid, ook heeft hij sproeten. Wat kun je zeggen over zijn opperhuid?
A
Hij heeft weinig pigment
B
Hij heeft een dunne opperhuid
C
Hij verbrand snel in de zon
D
Zowel A, B als C
Slide 12 - Quizvraag
Frank heeft te lang in de zon gezeten en zijn huid is rood geworden. Na een paar dagen zijn er losse 'velletjes' op zijn huid te zien. Tot welk deel van het lichaam behoren de 'velletjes?'
A
de hoornlaag
B
de kiemlaag
C
de lederhuid
D
onderhuidsbindweefsel
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Welke keuze maak je?
A
Ik zit in rood
B
Ik zit in geel/groen doe mee met de uitleg
C
Ik zit in geel, ga zelfstandig werken
D
Ik zit in groen, ga zelfstandig werken
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit hoe je besmet kunt worden.
Slide 18 - Open vraag
Waardoor wordt je ziek?
A
Micro-organismen die je lichaam binnendringen.
B
Je lichaam kan niet alle ziekte verwekkers doden.
C
De ziekte verwekkers delen zich in je lijf,
D
Geen weerstand.
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Vertel in je eigen woorden hoe je lichaam ziekte verwekkers herkent en opruimt.
