P4 - Cultuur van het moderne les 2

HAVO 4
Kunst Algemeen
Cultuur van het Moderne
les 2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

HAVO 4
Kunst Algemeen
Cultuur van het Moderne
les 2

Slide 1 - Tekstslide

planning
les 1
17 feb
toetsbespreking, inleiding nieuwe hoofdstukken, kunstbeschouwelijke 
les 2
3 mrt
8.1 Expressie, 8.1.1 Hoekig & 8.1.2 Niet westerse kunst (158-165)
les 3
10 mrt
8.1.3 Jazz, 8.1.4 Surrealisme (166-169) + kunstbesch. begrippen
les 4
17 mrt
8.2 Oorlog & 8.2.1 Interbellum, 8.2.2 Entartet (170-175)
les 5
24 mrt
herhaling + oefentoets
31 mrt
TOETS kunst Algemeen H8.1 & H8.2
H8 Cultuur van het Moderne

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
bespreken toets
tussenliggende periode
  • ik heb inzicht in mijn toets en weet welke opdrachten ik goed en niet goed heb gemaakt. 
  • Ik weet voor welke fouten ik 'gevoelig' ben en heb tips hoe ik dat de volgende keer kan voorkomen. 
  • ik ken de stijlperiodes rococo, classisisme, romantiek en realisme en ken globaal de kenmerken van iedere stijlperiode. 
  • ik  weet welke culturele en maatschappelijke ontwikkelingen hebben bijgedragen aan het ontstaan of de ontwikkeling van de stijlperiodes  
cultuur van het moderne
H8 Cultuur van het Moderne
  • ik weet over welke periode (in jaartallen) we de komende periode gaan behandelen. 
  • ik heb een beeld van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen van die periode
  • ik ken de term 'modernisme' en kan uitleggen wat deze term betekent
  • ik weet welke kunststromingen er binnen het modernisme vallen en welke overeenkomst(en) er zijn tussen deze kunststromingen 

Slide 3 - Tekstslide

indeling
lesindeling
bespreken huiswerkopdrachten
inleiding Cultuur van het moderne
  • gekozen opdrachten
  • leerdoelencheck LessonUp
  • ...
  • filmopdracht
  • uitleg van de docent
paragraaf 8.1
H8 Cultuur van het Moderne
  • inleiding
  • 8.1.1 Hoekig
  • 8.1.2 Niet-westerse kunst als inspiratiebron

Slide 4 - Tekstslide

HAVO 4
Kunst Algemeen
Cultuur van het Moderne
rococo, classisisme, romantiek & realisme

Slide 5 - Tekstslide

tijdlijn
H8 Cultuur van het Moderne

Slide 6 - Tekstslide

tijdlijn H3 - H8
H8 Cultuur van het Moderne

Slide 7 - Tekstslide

tijdlijn H3 - H8
H8 Cultuur van het Moderne

Slide 8 - Tekstslide

HAVO 4
Kunst Algemeen
Cultuur van het Moderne
inleiding

Slide 9 - Tekstslide

modern

Slide 10 - Woordweb

Over welke periode hebben we het als we praten over het 'moderne'
A
vanaf 1950 tot nu
B
vanaf 1800 tot nu
C
vanaf 1900 tot 19:50
D
vanaf 1850 tot 1900

Slide 11 - Quizvraag

belangrijke gebeurtenissen

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

inleiding
H8 Cultuur van het Moderne
moderne tijd
1. secularisatie
2. voortgang / ontwikkeling - alles kan verbeterd worden
3. wetenschap - vervanging van God
4. individualiteit

Slide 14 - Tekstslide

inleiding
H8 Cultuur van het Moderne
modernisme
Verzamelnaam voor verschillende stijlen en stromingen die ontstaan in korte tijd.

Lees de tekst op bladzijde 158 en 159 en leg uit waarom de afbeelding links symbool kan staan voor het ontstaan en de ontwikkeling van het modernisme. 
Edward Wadsworth

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit waarom de afbeelding symbool kan staan voor het ontstaan en de ontwikkeling van het modernisme.

Slide 16 - Open vraag

0

Slide 17 - Video

inleiding
H8 Cultuur van het Moderne
modernisme
expressionisme
futurisme
kubisme
Jugendstil
constructivisme
surrealisme

Slide 18 - Tekstslide

inleiding
H8 Cultuur van het Moderne
modernisme
expressionisme
futurisme
kubisme
Jugendstil
constructivisme
surrealisme

Slide 19 - Tekstslide

inleiding
H8 Cultuur van het Moderne
modernisme
expressionisme
futurisme
kubisme
Jugendstil
constructivisme
surrealisme
Modernisme
  • vanuit gedachte van de moderne tijd (-isme). Verwerpen van artistieke ideeën uit eerdere periodes.
  • kunst wordt niet meer gemaakt vanuit de gedachte van goddelijke inspiratie, maar vanuit artistiek 'belang'.   
  • artistiek belang: kunstenaars raken geïnteresseerd in het beoefenen van de kunst zelf (in plaats vanuit een doel of opdracht) en de technieken en de manier waarop.
  • geloof in de mogelijkheid van het 'objectief verbeteren' van kunst. 

Slide 20 - Tekstslide

leerdoel: ik weet over welke periode (in jaartallen) we de komende periode gaan behandelen.

05

Slide 21 - Poll

leerdoel: ik heb een beeld van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen van die periode

-15

Slide 22 - Poll

leerdoel: ik ken de term 'modernisme' en kan uitleggen wat deze term betekent

-25

Slide 23 - Poll

leerdoel: ik weet welke kunststromingen er binnen het modernisme vallen en welke overeenkomst(en) er zijn tussen deze kunststromingen

-35

Slide 24 - Poll

8.1 expressie
kunstenaars verkennen: aandacht voor zichtbare werkelijkheid         expressie van innerlijk
H8 Cultuur van het Moderne
Een mogelijke toetsvraag is:
Leg uit welke technische ontwikkeling zou kunnen hebben bijgedragen aan de zoektocht van kunstenaars waarbij ze afweken van het weergeven van de zichtbare werkelijkheid?
kunstenaars laten zich leiden door driften
Sigmund Freud: mens wordt onbewust aangestuurd door driften (seksualiteit en agressie)
boek: Die Traumerung: beschrijft duistere wereld in dromen
inspireert kunstenaars: Schönberg
Erwartung Een verwarde vrouw daalt 's nachts door een ondoordringbaar bos, op zoek naar haar geliefde. Alles in het donker jaagt haar schrik aan. Ze hallucineert en ze is bang. 

Bekijk de video: Wat is het doel van Schonberg met deze opera? Wat wil hij bereiken bij de kijker? Op welke manier doet hij dat?

Slide 25 - Tekstslide

8.1.1 hoekig
H8 Cultuur van het Moderne
19e eeuw: impressionisme  = registratie van wat je ziet en hoort
vanaf 1900: expressionisme = naar buiten brengen van gevoel
nadruk op individu
Die Brücke:
kunstenaarsgroep wil brug naar moderne tijd
breken met geldende regels
onderbewuste
innerlijke drijfveren
chaotische stijl
publiek

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

8.1.1 hoekig
H8 Cultuur van het Moderne
dans
Le Sacre Du Printemps 
  • hoekige bewegingen
  • dansers reageren op muziek
  • lastig om een verhaal te herkennen
  • breken met regels van klassiek ballet
Vaslav Nijinski
muziek
Le Sacre Du Printemps 
Igor Stravinsky
  • abstracte muziek
  • geïnspireerd op Russische volksmuziek
  • complexe onregelmatige ritmes
  • premiere - 1913 - grote schande: groot gevecht voorstander en tegenstanders. 

Slide 28 - Tekstslide

8.1.1 hoekig
H8 Cultuur van het Moderne
Hexentanz - Mary Wigman
Welke bewegingen zie je in deze dans terugkomen?

Welke expressieve bedoeling zal de danseres hebben in deze dans?


Slide 29 - Tekstslide

8.1.2 niet-westerse
H8 Cultuur van het Moderne
Hexentanz - Mary Wigman

Slide 30 - Tekstslide

H4 Hofcultuur
toets
wel leren
niet leren
betekenis aspecten muziek
jaartal waarop Poetica is geschreven
doelen van tragedie voor Grieken
invloed klassieke tijd op huidige tijd
naam Griekse tempel
jaartallen wereldgesch vs kunstgesch
verhouding wereldgesc -kunstgesc
kenmerken harmonie muziek

Slide 31 - Sleepvraag

H4 hofcultuur
opdracht
                                Maak een schematische samenvatting van het paragraaf 4.1.3 Stravaganza. Doorloop de volgende stappen om tot een schematische samenvatting te komen:

1. lees één keer de hele tekst
2. lees de tweede keer een tekst en onderstreep de belangrijke begrippen, verwijzingen, signaalwoorden (dus, waardoor, om die reden, etc.) en opsommingen (1, 2, 3). 
3. maak op een leeg blaadje (liefst gekanteld) een schematische samenvatting. 
  • noteer de titel van de paragraaf
  • bepaal hoe de onderstreepte begrippen zich verhouden tot de titel. 
  • noteer oorzaak - gevolg situaties door middel van pijlen
  • noteer opsommingen door middel van 1, 2, 3
  • noteer eventuele andere belangrijke begrippen / verbanden

Vergelijk jouw schematische samenvatting eerst met de persoon naast je. Pas jouw schematische samenvatting eventueel nog aan. 

Vergelijk jullie schematische samenvatting met die van de docent. 

Slide 32 - Tekstslide

H3 vroegrenaissance
Weten en meten
Dans als onderdeel van hoffeesten
toetsvraag
Je kunt een toetsvraag verwachten waarbij je moet aangeven waarom het logisch is dat de moresca met professionele dansers aan het hof een logische ontwikkeling is binnen de renaissance. 

Je kunt hier een verbinding maken met 4.1 Homo Universalis. In de Renaissance wordt telaent en kennis steeds meer gewaardeerd. Een dans die vooral wordt gedanst door professionale hofdansers past prima in die gedachten. 

Slide 33 - Tekstslide

klassieken
samenvatting
schematische samenvatting
  • pijlen om verbanden aan te geven
  • / om een relatie aan te geven
  • ? voor een vraagstelling binnen het proces
  • = als begrippen (of groepen) gelijk zijn aan andere begrippen

doel
  • helpen met redeneren;
  • begrippen beter onthouden;
  • belangrijke informatie gemakkelijker opslaan.

Slide 34 - Tekstslide

klassieken
toets
wel leren
niet leren
betekenis aspecten muziek
jaartal waarop Poetica is geschreven
doelen van tragedie voor Grieken
invloed klassieke tijd op huidige tijd
naam Griekse tempel
jaartallen wereldgesch vs kunstgesch
verhouding wereldgesc -kunstgesc
kenmerken harmonie muziek

Slide 35 - Sleepvraag

H3 vroegrenaissance
lijnperspectief
Bij de lijnperspectief speelt de horizon een grote rol. Op de horizon liggen namelijk verdwijnpunten (ook vluchtpunten genoemd) van horizontale lijnen.

Slide 36 - Tekstslide

                               Vergelijk jouw schematische samenvatting met die van de docent. Welke begrippen heb jij wel genoemd die de docent niet heeft genoemd? 

                               Bedenk bij beide paragrafen één mogelijke toetsvraag. Probeer verder te denken dan reproductievragen. 

                               Bekijk de leerdoelen op Learnbeat. Kruis aan welke leerdoelen van de tot nu toe behandelde paragrafen jij hebt behaald en waar je nog de kennis of het inzicht voor mist.  



 
3.3 Vlaamse polyfonie
opdracht
opdracht
opdracht
toetsvraag
Een voorbeeld van een toetsvraag gericht op reproductie is:

Noem twee eigenschappen van de 'danse basse'. 

Zo'n vraag is letterlijk te leren en vraagt geen inzicht of toepassing van geleerde begrippen. Deze vragen krijg je incidenteel, maar leveren weinig punten op en bereiden je ook niet voldoende voor op het examen. 

Slide 37 - Tekstslide

                                Onderstreep de belangrijkste begrippen en maak een schematische samenvatting van paragraaf 5 'Weten en meten'. Hou de leerdoelen (Learnbeat of LessonUp) bij de hand om te kijken waar jouw schematische samenvatting aan moet voldoen. 

                                
3.5 Weten en meten
opdracht

Slide 38 - Tekstslide

barok

Slide 39 - Woordweb

Wie moesten er overdonderd worden tijdens de barok?
A
de Fransen
B
kerkverlaters en ongelovigen
C
de paus
D
Lodewijk XIV

Slide 40 - Quizvraag