P4 - Cultuur van het moderne - les 3

HAVO 4
Kunst Algemeen
Cultuur van het Moderne
les 3
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

HAVO 4
Kunst Algemeen
Cultuur van het Moderne
les 3

Slide 1 - Tekstslide

planning
les 1
17 feb
toetsbespreking, inleiding nieuwe hoofdstukken, kunstbeschouwelijke 
les 2
3 mrt
8.1 Expressie, 8.1.1 Hoekig
les 3
10 mrt
8.1.2 Niet westerse kunst & 8.1.3 Jazz
les 4
17 mrt
8.1.4 Surrealisme & oefentoets 8.1
les 5
24 mrt
8.2 Oorlog, 8.2.1 Interbellum & 8.2.2 Entartet
les 6
31 mrt
les 7
7 april
14 april
TOETS
H8 Cultuur van het Moderne

Slide 2 - Tekstslide

indeling
lesindeling
bespreken huiswerkopdrachten
inleiding Cultuur van het moderne
  • samenvatting
  • leerdoelencheck 
  • herhaling vorige week
  • opdracht in groepjes
paragraaf 8.1
H8 Cultuur van het Moderne
  • 8.1.1 Hoekig
  • 8.1.2 Niet-westerse kunst als inspiratiebron

Slide 3 - Tekstslide

belangrijke gebeurtenissen

Slide 4 - Woordweb

kenmerken modernisme

Slide 5 - Woordweb

H8 Cultuur van het Moderne
sleepvraag
ontwikkeling
secularisatie
wetenschap
individualiteit
verwerpen artistieke ideeën uit eerdere periodes
kunst wordt gemaakt vanuit het artistieke belang
geloof in verbeteren van kunst / ontwikkelen van perfecte kunst
God wordt weggelaten uit de kunst. 

Slide 6 - Sleepvraag

inleiding
H8 Cultuur van het Moderne
moderne tijd
1. secularisatie
2. voortgang / ontwikkeling - alles kan verbeterd worden
3. wetenschap - vervanging van God
4. individualiteit

Slide 7 - Tekstslide

inleiding
H8 Cultuur van het Moderne
modernisme
expressionisme
futurisme
kubisme
Jugendstil
constructivisme
surrealisme
Modernisme
  • vanuit gedachte van de moderne tijd (-isme). Verwerpen van artistieke ideeën uit eerdere periodes.
  • kunst wordt niet meer gemaakt vanuit de gedachte van goddelijke inspiratie, maar vanuit artistiek 'belang'.   
  • artistiek belang: kunstenaars raken geïnteresseerd in het beoefenen van de kunst zelf (in plaats vanuit een doel of opdracht) en de technieken en de manier waarop.
  • geloof in de mogelijkheid van het 'objectief verbeteren' van kunst. 

Slide 8 - Tekstslide

8.1 expressie
kunstenaars verkennen: aandacht voor zichtbare werkelijkheid         expressie van innerlijk
H8 Cultuur van het Moderne
Een mogelijke toetsvraag is:
Leg uit welke technische ontwikkeling zou kunnen hebben bijgedragen aan de zoektocht van kunstenaars waarbij ze afweken van het weergeven van de zichtbare werkelijkheid?
kunstenaars laten zich leiden door driften
Sigmund Freud: mens wordt onbewust aangestuurd door driften (seksualiteit en agressie)
boek: Die Traumerung: beschrijft duistere wereld in dromen
inspireert kunstenaars: Schönberg
Erwartung Een verwarde vrouw daalt 's nachts door een ondoordringbaar bos, op zoek naar haar geliefde. Alles in het donker jaagt haar schrik aan. Ze hallucineert en ze is bang. 

Bekijk de video: Wat is het doel van Schonberg met deze opera? Wat wil hij bereiken bij de kijker? Op welke manier doet hij dat?

Slide 9 - Tekstslide

opdracht
3 leerlingen
ga naar de opdracht
H8 Cultuur van het Moderne
Learnbeat
20 minuten
Om modernisme en expressionisme beter te kunnen begrijpen maak je in groepjes van 3 leerlingen een examenopdracht op Learnbeat

Wanneer je opdracht 100% hebt gemaakt worden de antwoorden zichtbaar. Controleer samen de antwoorden en noteer ten minste 1 vraag over iets dat je nog niet begrijpt.  

Slide 10 - Tekstslide

2

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

01:01
Kleur heeft een 'gevoelswaarde'. Wat betekent dat?

Slide 13 - Open vraag

04:42
LET OP: vanaf nu wordt er een stukje kunstanalyse voorgedaan op een manier die op jouw examen ook wordt verwacht. Bekijk zelf het schilderij en noteer een aantal opvallende aspecten. 

Slide 14 - Tekstslide

8.1.1 hoekig
H8 Cultuur van het Moderne
19e eeuw: impressionisme  = registratie van wat je ziet en hoort
vanaf 1900: expressionisme = naar buiten brengen van gevoel
nadruk op individu
Die Brücke:
kunstenaarsgroep wil brug naar moderne tijd
breken met geldende regels
onderbewuste
innerlijke drijfveren
chaotische stijl
publiek
Een mogelijke toetsvraag:
Kunstenaars breken tijdens het expressionisme met geldende regels over vorm, kleur, schoonheid, etc. Leg uit wat dit zou kunnen betekenen voor de beleving van het publiek in die tijd?
hoe jij de wereld beleeft, verdraaid beeld van realiteit / veel emotie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

8.1.1 hoekig
H8 Cultuur van het Moderne
dans
Le Sacre Du Printemps 
  • hoekige bewegingen
  • dansers reageren op muziek
  • lastig om een verhaal te herkennen
  • breken met regels van klassiek ballet
Vaslav Nijinski
muziek
Le Sacre Du Printemps 
Igor Stravinsky
  • abstracte muziek
  • geïnspireerd op Russische volksmuziek
  • complexe onregelmatige ritmes
  • premiere - 1913 - grote schande: groot gevecht voorstander en tegenstanders. 

Slide 17 - Tekstslide

8.1.1 hoekig
H8 Cultuur van het Moderne
Hexentanz - Mary Wigman
Welke bewegingen zie je in deze dans terugkomen?

Welke expressieve bedoeling zal de danseres hebben in deze dans?


Slide 18 - Tekstslide

opdracht
H8 Cultuur van het Moderne
Je hebt ter voorbereiding op deze les een samenvatting gemaakt volgens de Cornell-methode. Bespreek eerst klassikaal deze methode aan de hand van de volgende vragen.

1. Wat is er anders aan deze manier van samenvatten dan je normaal gewend bent om te doen?

2. Wat vond je prettig / wat werkt goed?

3. Wat vind je lastig / vervelend aan deze manier van leren?

Slide 19 - Tekstslide

opdracht
H8 Cultuur van het Moderne
Bespreek de Cornell-samenvatting die je hebt gemaakt in groepjes van 2 leerlingen. Heb je allebei geen samenvatting gemaakt? Bekijk dan het filmpje op YouTube en maak een begin met een samenvatting van de Cornell-methode van blz. 164. 

Slide 20 - Tekstslide

8.1.2 Niet Westerse
H8 Cultuur van het Moderne
ontwikkeling: reizen
interesse in volkskunst: primitieve / oorspronkelijke
wordt gemist in moderne cultuur
Pablo Picasso - 1907
kubisme
muziek
afro-Amerikaanse cultuur wordt groter
interesse in jazz

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

H4 Hofcultuur
toets
wel leren
niet leren
betekenis aspecten muziek
jaartal waarop Poetica is geschreven
doelen van tragedie voor Grieken
invloed klassieke tijd op huidige tijd
naam Griekse tempel
jaartallen wereldgesch vs kunstgesch
verhouding wereldgesc -kunstgesc
kenmerken harmonie muziek

Slide 23 - Sleepvraag

H4 hofcultuur
opdracht
                                Maak een schematische samenvatting van het paragraaf 4.1.3 Stravaganza. Doorloop de volgende stappen om tot een schematische samenvatting te komen:

1. lees één keer de hele tekst
2. lees de tweede keer een tekst en onderstreep de belangrijke begrippen, verwijzingen, signaalwoorden (dus, waardoor, om die reden, etc.) en opsommingen (1, 2, 3). 
3. maak op een leeg blaadje (liefst gekanteld) een schematische samenvatting. 
  • noteer de titel van de paragraaf
  • bepaal hoe de onderstreepte begrippen zich verhouden tot de titel. 
  • noteer oorzaak - gevolg situaties door middel van pijlen
  • noteer opsommingen door middel van 1, 2, 3
  • noteer eventuele andere belangrijke begrippen / verbanden

Vergelijk jouw schematische samenvatting eerst met de persoon naast je. Pas jouw schematische samenvatting eventueel nog aan. 

Vergelijk jullie schematische samenvatting met die van de docent. 

Slide 24 - Tekstslide

H3 vroegrenaissance
Weten en meten
Dans als onderdeel van hoffeesten
toetsvraag
Je kunt een toetsvraag verwachten waarbij je moet aangeven waarom het logisch is dat de moresca met professionele dansers aan het hof een logische ontwikkeling is binnen de renaissance. 

Je kunt hier een verbinding maken met 4.1 Homo Universalis. In de Renaissance wordt telaent en kennis steeds meer gewaardeerd. Een dans die vooral wordt gedanst door professionale hofdansers past prima in die gedachten. 

Slide 25 - Tekstslide

klassieken
samenvatting
schematische samenvatting
  • pijlen om verbanden aan te geven
  • / om een relatie aan te geven
  • ? voor een vraagstelling binnen het proces
  • = als begrippen (of groepen) gelijk zijn aan andere begrippen

doel
  • helpen met redeneren;
  • begrippen beter onthouden;
  • belangrijke informatie gemakkelijker opslaan.

Slide 26 - Tekstslide

klassieken
toets
wel leren
niet leren
betekenis aspecten muziek
jaartal waarop Poetica is geschreven
doelen van tragedie voor Grieken
invloed klassieke tijd op huidige tijd
naam Griekse tempel
jaartallen wereldgesch vs kunstgesch
verhouding wereldgesc -kunstgesc
kenmerken harmonie muziek

Slide 27 - Sleepvraag

H3 vroegrenaissance
lijnperspectief
Bij de lijnperspectief speelt de horizon een grote rol. Op de horizon liggen namelijk verdwijnpunten (ook vluchtpunten genoemd) van horizontale lijnen.

Slide 28 - Tekstslide

                               Vergelijk jouw schematische samenvatting met die van de docent. Welke begrippen heb jij wel genoemd die de docent niet heeft genoemd? 

                               Bedenk bij beide paragrafen één mogelijke toetsvraag. Probeer verder te denken dan reproductievragen. 

                               Bekijk de leerdoelen op Learnbeat. Kruis aan welke leerdoelen van de tot nu toe behandelde paragrafen jij hebt behaald en waar je nog de kennis of het inzicht voor mist.  



 
3.3 Vlaamse polyfonie
opdracht
opdracht
opdracht
toetsvraag
Een voorbeeld van een toetsvraag gericht op reproductie is:

Noem twee eigenschappen van de 'danse basse'. 

Zo'n vraag is letterlijk te leren en vraagt geen inzicht of toepassing van geleerde begrippen. Deze vragen krijg je incidenteel, maar leveren weinig punten op en bereiden je ook niet voldoende voor op het examen. 

Slide 29 - Tekstslide

                                Onderstreep de belangrijkste begrippen en maak een schematische samenvatting van paragraaf 5 'Weten en meten'. Hou de leerdoelen (Learnbeat of LessonUp) bij de hand om te kijken waar jouw schematische samenvatting aan moet voldoen. 

                                
3.5 Weten en meten
opdracht

Slide 30 - Tekstslide

barok

Slide 31 - Woordweb

Wie moesten er overdonderd worden tijdens de barok?
A
de Fransen
B
kerkverlaters en ongelovigen
C
de paus
D
Lodewijk XIV

Slide 32 - Quizvraag