Les 1 thema 5 basisstof 1 Fotosynthese en verbranding
Thema 5 Ecologie
Basisstof 1 Fotosynthese en verbranding
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 5 Ecologie
Basisstof 1 Fotosynthese en verbranding
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
5.1.1 Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen.
5.1.2 Je kunt beschrijven dat bij verbranding van energierijke stoffen energie vrijkomt.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Planten kunnen zelf hun eigen voedsel maken. Dieren en mensen eten planten en halen hier energie uit. Zonder planten zou er geen leven mogelijk zijn op onze aarde.
Slide 4 - Tekstslide
Fotosynthese
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Energierijke stoffen
Energierijke stoffen zijn afkomstig van organismen.
Een plant maakt glucose door fotosynthese.
Glucose is een energierijke stof. Andere voorbeelden van energierijke stoffen zijn koolhydraten, eiwitten en vetten.
In energierijke stoffen zit energie.
Slide 7 - Tekstslide
Energiearme stoffen
Energiearme stoffen komen voor in de levenloze natuur.
Water is een voorbeeld van een energiearme stof. Ook gassen, zoals zuurstof en koolstofdioxide, zijn energiearme stoffen. Mineralen, zoals ijzer en zouten, zijn ook voorbeelden van stoffen uit de levenloze natuur.
In energiearme stoffen zit geen energie.
Slide 8 - Tekstslide
Verbranding
In de cellen van alle levende organismen vindt steeds verbranding plaats.
Brandstof + zuurstof zorgen voor die verbranding.
Daarbij komen drie dingen vrij: energie, koolstofdioxide en water.
Slide 9 - Tekstslide
verbranding
Slide 10 - Tekstslide
fotosynthese
verbranding
Slide 11 - Tekstslide
Stofwisseling
De brandstof in cellen is altijd een energierijke stof.
De verbrandingsproducten zijn altijd energiearme stoffen.
Bij verbranding en fotosynthese worden stoffen omgezet in andere stoffen.
Het geheel van deze reacties noem je stofwisseling.