Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)
Lessonup
Gebruik jeeigen naam(smiley/emoji mag)
Gebruik elke keer dezelfde naam!
timer
3:00
Rules!
We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)
Lessonup
Gebruik jeeigen naam(smiley/emoji mag)
Gebruik elke keer dezelfde naam!
timer
3:00
Rules!
We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een stadstaat?
A
Zelfstandig staat die bestaat uit een gebied aangegeven door grenzen
B
Zelfstandige staat die bestaat uit een stad
C
Zelfstandige staat die bestaat uit een stad met het omliggende gebied
D
Zelfstandige staat die bestaat uit meerdere steden die samenwerken
Slide 2 - Quizvraag
Elke stadstaat was anders toch hadden zij veel dingen hetzelfde. Wat was niet hetzelfde in de stadstaten?
A
De taal
B
De bestuursvorm
C
De goden
D
De mythes (heldenverhalen)
Slide 3 - Quizvraag
Als een stadstaat te groot werd. Wat gebeurde er dan mee?
A
Een deel van de mensen vertrok om een nieuwe stadstaat te maken
B
Er kwam een verbod op kinderen krijgen
C
Vaak brak er dan een burgeroorlog uit, de winnaars werden de leiders van de stad
D
Dan werd er meer gebied verovert om de stadstaat te kunnen voeden
Slide 4 - Quizvraag
Kort samengevat 2.2
Griekenland bestond in de oudheid uit tweehonderd zelfstandige steden en het omliggende gebied (stadstaat)
De stadstaten deelden een taal, heldenverhalen, goden en sport. Maar verschilden ook van elkaar in bijvoorbeeld de bestuursvorm (politiek verdeeld)
Griekenland is een bergachtig gebied waardoor er weinig landbouw mogelijk is. Als eens stadstaat te groot werd, dan vertrok een deel van de bevolking om een nieuwe stadstaat te stichten (kolonisatie)
Slide 5 - Tekstslide
Een stadstaat die geregeerd wordt door één man die de macht door middel van geweld heeft gekregen noemen we een...
A
Tirannie
B
Democratie
C
Aristocratie
D
Monarchie
Slide 6 - Quizvraag
Een stadstaat die geregeerd wordt door een groep rijke mannen noemen we een...
A
Tirannie
B
Democratie
C
Aristocratie
D
Monarchie
Slide 7 - Quizvraag
In de stadstaat Athene was een...
A
Tirannie
B
Democratie
C
Aristocratie
D
Monarchie
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor soort democratie had Athene?
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie
Slide 9 - Quizvraag
Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie?
A
Alle mannen
B
Alle mannen en vrouwen
C
Vrije mannen
D
Vrije mannen en migranten
Slide 10 - Quizvraag
In de stadstaat Sparta was een...
A
Tirannie
B
Democratie
C
Aristocratie
D
Monarchie
Slide 11 - Quizvraag
Korte samenvatting 2.3
In Griekenland waren 4 bestuursvormen te onderscheiden: monarchie, tirannie, aristocratieen democratie
Athene had een (directe) democratie: dit wil zeggen dat alle (vrije) mannen stemrecht hadden, de vrouwen hadden geen zeggenschap.
Deze vorm van democratie is direct omdat mensen direct op de wetten stemmen, in tegenstelling tot onze democratie waar mensen op mensen stemmen (indirect)
Sparta had een raad van 30 wijze mannen, dit maakt Sparta een aristocratie.
Slide 12 - Tekstslide
Stel je woont in Athene en je wil je oom in Egypte bezoeken. De snelste manier is over zee, maar de middellandse-zee kan gevaarlijk zijn. Tot welke god breng jij een offer uit?
A
Zeus, als god van de hemel kan hij voor een kalme zee zorgen
B
Hades, als god van onderwereld kan hij er voor zorgen dat je niet sterft
C
Ares, als god van de oorlog kan hij ervoor zorgen dat je overleeft
D
Poseidon, als god van de zee kan hij voor een kalme zee zorgen
Slide 13 - Quizvraag
Als je een persoonlijke vraag had aan een God wat moest je dan doen?
A
Naar een orakel
B
Bidden bij de tempel van deze god
C
Naar de berg Olympos reizen om het te vragen
D
Een offer brengen aan de God
Slide 14 - Quizvraag
Korte samenvatting 2.4
Vanaf 600 v.chr nieuwe kijk op de goden
Door handel uit andere landen kwamen de Grieken in aanraking met verschillende verklaringen voor verschijnselen.
Wetenschap; de werkelijkheid willen onderzoeken door onderzoek, waarneming en het gebruik van verstand
Slide 15 - Tekstslide
Lees de tekst hiernaast.
Leg uit dat het raar is dat een Griek zich als god laat afbeelden
Slide 16 - Open vraag
Bij de Perzische volken viel dit juist goed. Waarom zou dit zijn?
A
Omdat zij het al gewend waren dat hun koning als god werd gezien
B
Omdat Alexander de Grote hele grote daden had gedaan, het is niet meer dan logisch dat hij een god is
C
Omdat de Perzen grotendeels uit slaven bestond, zij zagen Alexander als een verlosser
D
Omdat zij nog niet zoveel goden hadden en er graag een paar bij wilden hebben
Slide 17 - Quizvraag
Waarom zou het voor Alexander de Grote belangrijk zijn, om de Perzische cultuur intact te houden?
Slide 18 - Open vraag
korte samenvatting 2.5
Tussen 490 - 479 v.chr vochten de Grieken twee oorlogen uit tegen de Perzen.Nadat de Perzen verslagen werden brak en oorlog uit tussen de Grieken onderling, wie de macht moest hebben.
Door deze oorlogen waren zowel de Grieken als de Perzen zeer verzwakt, waardoor zij vrij gemakkelijk veroverd konden worden door Alexander de Grote.
Alexander de Grote wilde de rust en vrede in zijn rijk bewaren. Dus liet hij overwonnen volken hun cultuur behouden, maar introduceerde wel Griekse gebruiken. Deze meng vorm van Grieks en Perzisch kwam bekend te staan als Hellenisme. Overal in het rijk van Alexander was dit terug te vinden.