4.5 Een wereld vol oorlog

H4: Griekenland, leven in de stadstaten
4.5: Een wereld vol oorlog
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4: Griekenland, leven in de stadstaten
4.5: Een wereld vol oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Zet de  'Tijdvakken' in de goede volgorde.

Slide 2 - Sleepvraag

Sleep alle voorwerpen die met de grieken en romeinen te maken hebben naar het tijdvak-pictogram.      

Slide 3 - Sleepvraag

Leerdoelen
1: Je kunt verschillende Grieks-Perzische oorlogen beschrijven.

2: Je kunt uitleggen waarom de Peloponnesische Oorlog leidt tot verzwakking van zowel Athene als Sparta.

3: Je kunt uitleggen waarom Alexander III de bijnaam 'de Grote' gekregen heeft.

Slide 4 - Tekstslide

Welke gebeurtenissen horen bij elkaar? 
In Griekenland was landbouw moeilijk...
Grieken verhuisden naar andere gebieden...
Een kolonie hoorde...
Door de Griekse koloniën...
...werd de Griekse cultuur overal bekend.
...daarom trokken mensen er weg.
...en stichtten daar een kolonie.
...bij Griekenland

Slide 5 - Sleepvraag

De Grieken waren niet het enige rijk. Je had ook het rijk van de Perzen. Net als de Grieken veroverden de Perzen veel gebied langs de Middellandse Zee. Hier lagen echter ook Griekse handelsplaatsen. 

Uiteindelijk kwamen enkele Griekse stadstaten daar in opstand tegen de Perzische koning Darius I. Dit was de Ionische Opstand. 



Slide 6 - Tekstslide

Welk land van nu was vroeger het Perzische Rijk?
A
Irak
B
Iran
C
Saoudi-Arabië
D
Turkije

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

De koning van de Perzen (Darius I) accepteerde geen tegenstand. 
Gevolg -> Hij stuurt een enorm leger naar de stadstaten, vooral naar Athene. 

490 v.Chr.: Slag bij Marathon wordt gewonnen door Athene. Het verhaal gaat dat hierna iemand meer dan 42 km rent om het grote nieuws te vertellen, de eerste marathon dus. 

De zoon van de Perzenkoning, Xerxes I, wilde wraak voor de nederlaag van zijn vader. Hij stuurde in 480 v.Chr. een nieuw en groter leger op Athene af. 

De Griekse stadstaten besloten om samen te werken in de Helleense Bond, onder leiding van Sparta, om zo de Perzen te kunnen verslaan.

Slide 9 - Tekstslide

De Helleense Bond en de Perzen vochten hun oorlog uit in de slag bij Thermopylae. Op het land verloor het leger van koning Leonidas I, omdat ze veel minder mannen hadden. 

Op zee was er meer succes: slag bij Salamis (480 v.Chr.)

Hierna was het Athene die de leiding kreeg in de Helleense Bond. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Geef een argument voor én een argument tegen de betrouwbaarheid van deze video.

Slide 12 - Open vraag

Sparta en Athene waren erg verschillend.
Wat denk jij: krijgen de 2 stadstaten ruzie na de Perzische oorlogen of gaat het goed?
Kregen meteen weer ruzie
Ging wel goed

Slide 13 - Poll

Sparta
Athene
Democratie
Kunst en cultuur
Slaven
Monarchie
Zware opvoeding
Slaven

Slide 14 - Sleepvraag


  • Athene: Democratie met een grote vloot 
  • Sparta: Aristocratie met een groot landleger

Beiden wilden graag de baas zijn in heel Griekenland. De stadstaten zochten bondgenoten:
  • Sparta ging samenwerken in de Peloponesische Bond. 
  • Athene ging samenwerken in de Delische Bond. 

Heel Griekenland raakte betrokken bij deze Peloponesische Oorlog. 
 
 


Hopliet

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Perzische Oorlogen
Oorzaak





Gevolg
Peloponnessische Oorlogen 
Oorzaak




Gevolg
TERUGBLIK
Perzen verslagen
Griekse stadstaten verzwakt
Griekse poleis worden onderdrukt door de Perzen
Grote verschillen Sparta en Athene

Slide 17 - Sleepvraag

Perzische oorlogen
Peloponnesische oorlog
490-480
431-404
Grieken en Perzen
Athene en Sparta
Athene verliest- Einde democratie
Slag bij Thermopylae

Slide 18 - Sleepvraag

Vanaf 360 v.Chr. kwam het Macedonische Koninkrijk op. Dit lag in het noorden van Griekenland. 

Dit rijk stond eerst onder leiding van koning Phillippus II, daarna onder leiding van Alexander III (de Grote). 

Slide 19 - Tekstslide

Waar ligt Macedonië?

Slide 20 - Sleepvraag

Waarom heet Alexander III ''de Grote''? 

  • Alexander III was een groot legerleider 
  • Alexander III stichtte een groot aantal steden die hij vaak naar zichzelf vernoemde. In deze steden speelden handel en wetenschap een grote rol.
  • Alexander III verspreidde het hellenisme. Hij verspreidde de Griekse cultuur.  


Slide 21 - Tekstslide

Alexander de Grote veroverde gebied in 3 continenten. Welke 3 waren dat? Sleep ze naar de juiste plek. 
Afrika
Europa
Azië
Noord-Amerika
Zuid-Amerika
Oceanië

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Kaart

Het standbeeld vind je in Skopje, de hoofdstad van het huidige land Noord-Macedonië. Dit land mag zichzelf van Griekenland niet Macedonië noemen. In 2019 was hier pas een akkoord over! 

Slide 24 - Tekstslide

Wat denk jij: mag het land Noord-Macedonië een standbeeld neerzetten van Alexander de Grote? Of begrijp je de woede van de Grieken?
Ik vind dat Noord-Macedonië dit mag doen
Ik vind dat Noord-Macedonië dit niet mag doen, Alexander hoort bij Griekenland
Ik heb helemaal geen standpunt
Ik heb een heel ander standpunt, namelijk:

Slide 25 - Poll

Zet de blauwe zinnen in de juiste volgorde. Begin bij de oudste gebeurtenis. 
1
2
3
4
5
6
Athene verliest de Peloponnesische Oorlog van Sparta
Athene wordt een democratie
De Grieken verslaan de Perzen in de Perzische oorlogen
De Griekse stadstaten komen onder heerschappij van Philippos van Macedonië.
Een groot leger onder leiding van Alexander de Grote valt het Perzische rijk aan.
Met steun van Athene komen de Grieken in opstand tegen de Perzen

Slide 26 - Sleepvraag

Leerdoelencheck! Beheers jij het volgende leerdoel:
Ik weet verschillende Grieks-Perzische oorlogen op te noemen
Ja
Nee
Ik word docent geschiedenis

Slide 27 - Poll

Ik weet uit te leggen waarom Athene en Sparta na de Peloponessische Oorlog verzwakt waren
Ja
Nee

Slide 28 - Poll

Ik weet waarom Alexander 'de Grote' als bijnaam heeft
Ja
Nee

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Link

Welke stadstaat past bij jou?

Slide 31 - Open vraag