Thema 3 basisstof 6 - Gewervelden

Basisstof 6 - Gewervelden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 6 - Gewervelden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling!
Wat weten jullie nog van 
basisstof "Dieren"?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GÉÉN vorm van symmetrie?
A
Veelzijdig symmetrisch
B
Driezijdig symmetrisch
C
Tweezijdig symmetrisch
D
Niet symmetrisch

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Een symmetrisch voorwerp kun je in twee gelijke helften delen"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel dieren hebben een skelet, dit zijn de stevige delen van het lichaam. Welke twee soorten skeletten zijn er?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inwendig skelet
Uitwendig skelet

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Weekdieren
Neteldieren
Sponsdieren
Kenmerken:
  • Niet symmetrisch
  • Stevige hoornvezels tussen de cellen
  • Zitten meestal vast op de bodem van de zee
Kenmerken:
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Meestal een schelp of huisje als skelet (uitwendig)
Kenmerken:
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • De huis is bedekt met stekels of knobbels
  • Leven op de bodem van de zee
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Het skelet is een pantser
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Een inwendig skelet

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Skelet
Gewervelde dieren hebben een inwendig skelet.

Het skelet heeft een wervelkolom die is opgebouwd uit wervels.

Slide 8 - Tekstslide

Ongeveer 1 op de 50 diersoorten heeft een wervelkolom -> de gewervelden.
Kenmerken 

  1. Huid
  2. Voortplanting
  3. Ademhaling
  4. Warmbloedig of koudbloedig
  5. Leefomgeving

Slide 9 - Tekstslide

Vijf groepen:
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren


Vissen

  1. Huid: schubben met slijm
  2. Koudbloedig
  3. Kieuwen
  4. Voorplanting: eieren zonder schaal.
  5. In het water

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amfibieën

  1. Huid: slijm
  2. Koudbloedig
  3. Longen
  4. Voorplanting: eieren zonder schaal
  5. Op het land én in het water

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reptielen

  1. Huid: droge schubben
  2. Koudbloedig
  3. Longen
  4. Voortplanting: eieren met leerachtige schaal
  5. Op het land én in het water

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vogels
  1. Huid: veren
  2. Warmbloedig
  3. Longen
  4. Voortplanting: eieren met kalkschaal
  5. Op het land (in de lucht)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zoogdieren

  1. Huid: haren
  2. Warmbloedig
  3. Longen
  4. Voortplanting: levendbarend
  5. Op het land

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eieren van gewervelden

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Kader: Maak opdrachten 1, 2, 3 en 4 van Thema 3, basisstof 6.
(vanaf bladzijde 197)
Basis: Maak opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 van Thema 3, basisstof 2. (vanaf bladzijde 132)

Klaar? -> Leerdocument basisstof 1, 2 en 6 uitwerken. 
(of vast aan je werkstuk werken)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies