3.5 Microscopie & Gewervelden + Geleedpotigen



Pak je laptop, je mentorschrift & ga klaar zitten !
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les



Pak je laptop, je mentorschrift & ga klaar zitten !

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden we van Microscopie?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STEL-Dag

Woensdag 5 februari. 

Kijk Magister!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofische start
Pak je mentorschrift

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologie 
Terugblik Thema 3.1 t/m 3.5 
Thema 3.6 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordenen.
Ordenen betekent?
A
Het indelen van diersoorten in groepen
B
Het indelen van organismen in groepen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen groep bij het ordenen van organismen?
A
Bacterien
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je bij het ordenen van organismen?
A
Je deelt dieren in groepen, die op elkaar lijken
B
Je deelt alle organismen in, zodat het overzichtelijk blijft

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie kenmerken bekijken biologen bij ordening als eerste om organisme te ordenen?
A
Celwand, celkern & vacuole
B
Celwand, celkern & bladgroenkorrels
C
Celkern, vacuole & celmembraan
D
Celwand, celmembraan & bladgroenkorrels

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een dierlijke cel heeft bladgroenkorrels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld noemen van een schimmel?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zeester is tweezijdig symmetrisch
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kreeft heeft een uitwendig skelet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een mens heeft een tweezijdig symmetrisch hoofd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sporenplant heeft bloemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een plantencel heeft een celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vacuole is een blaasje gevuld met vocht in een plantencel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zaadplanten
sporenplanten
algen/wieren
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel dieren hebben een skelet, dit zijn de stevige delen van het lichaam. Welke twee soorten skeletten zijn er?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inwendig skelet
Uitwendig skelet

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Weekdieren
Neteldieren
Sponsdieren
Kenmerken:
  • Niet symmetrisch
  • Stevige hoornvezels tussen de cellen
  • Zitten meestal vast op de bodem van de zee
Kenmerken:
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Meestal een schelp of huisje als skelet (uitwendig)
Kenmerken:
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • De huis is bedekt met stekels of knobbels
  • Leven op de bodem van de zee
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Het skelet is een pantser
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Een inwendig skelet

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.6 Gewervelden

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
3.6.11 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vijf groepen gewervelden.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skelet
Gewervelde dieren hebben een inwendig skelet.

Het skelet heeft een wervelkolom die is opgebouwd uit wervels.

Slide 26 - Tekstslide

Ongeveer 1 op de 50 diersoorten heeft een wervelkolom -> de gewervelden.
Kenmerken 

  1. Huid
  2. Voortplanting
  3. Ademhaling
  4. Warmbloedig of koudbloedig
  5. Leefomgeving

Slide 27 - Tekstslide

Vijf groepen:
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren


Vissen

  1. Huid: schubben met slijm
  2. Koudbloedig
  3. Kieuwen
  4. Voorplanting: eieren zonder schaal.
  5. In het water

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amfibieën

  1. Huid: slijm
  2. Koudbloedig
  3. Longen
  4. Voorplanting: eieren zonder schaal
  5. Op het land én in het water

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reptielen

  1. Huid: droge schubben
  2. Koudbloedig
  3. Longen
  4. Voortplanting: eieren met leerachtige schaal
  5. Op het land én in het water

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vogels
  1. Huid: veren
  2. Warmbloedig
  3. Longen
  4. Voortplanting: eieren met kalkschaal
  5. Op het land (in de lucht)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoogdieren

  1. Huid: haren
  2. Warmbloedig
  3. Longen
  4. Voortplanting: levendbarend
  5. Op het land

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eieren van gewervelden

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5 groepen gewervelden zijn er?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je gewervelden?
A
Hebben 4 poten
B
Schubben als huid
C
Hebben een wervelkolom
D
Leven op het land

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit dier
is GEWERVELD
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke dieren zijn gewerveld?
A
Vogel
B
Vogel en inktvis
C
Vogel, inktvis, en mossel
D
Inktvis en mossel

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is geen groep onder de gewervelden?
A
Amfibieën
B
Reptielen
C
Vogels
D
Kreeftachtigen

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden hebben een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn haaien gewervelden?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! Thema 3.6
Wat?  Huiswerk: Lezen: vanaf blz.195 , Maken: blz. 197: Vragen 1-2-3
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot het einde van de les.
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 3.6
               




timer
10:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies