Thema 6 Ecologie bs 1

 Ecologie
thema 6 Ecologie 


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 Ecologie
thema 6 Ecologie 


Slide 1 - Tekstslide

Is een abiotische factor afkomstig uit de levende natuur?

Slide 2 - Open vraag


Ecologie


De invloed van de omgeving op organismen 

Slide 3 - Tekstslide

Basisstof 1 : Wat is ecologie?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden

Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven

Slide 5 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
ecologie

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

ecologie
de omgeving waarin een organisme leeft noemen we het milieu.

dit heeft invloed op het organisme maar ook het organisme heeft zelf invloed op het milieu.

als het iets met elkaar te maken heeft noemen we dit een relatie.

Het bestuderen van relaties tussen en organisme en het milieu noem je ecologie


Slide 8 - Tekstslide

Ecologie
  • Het onderzoeken van de relatie tussen dieren en hun milieu: Ecologie
  • In de natuur hebben we biotische en abiotische factoren:

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 11 - Tekstslide

Biotische en abiotische factoren 
Organismen hebben invloed op elkaar. 

- Invloeden (factoren) uit de levende natuur worden biotische factoren genoemd. 
- Abiotisch invloeden uit de niet levende natuur

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Niveaus van ecologie
  • Individu
  • populatie
  • levensgemeenschap
  • biotoop
  • ecosysteem
  • (biosfeer)

Slide 14 - Tekstslide

Niveaus van de ecologie
1. individu -> 1 organisme (vb. roodborstje)
2. populatie -> groep individuen van dezelfde soort in bepaald gebied die zich onderling voortplanten (vb. veel roodborstjes)
3. levensgemeenschap -> alle populaties in een gebied samen die elkaar onderling beïnvloeden (rups->roodborstje->vos)
4. ecosysteem -> gebied waarin biotische en abiotische factoren een eenheid vormen (vb. bos, sloot, duingebied)

Slide 15 - Tekstslide

Vragen?

Slide 16 - Tekstslide

wat zijn abiotische factoren?
A
invloeden die afkomstig zijn van organismen
B
invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur

Slide 17 - Quizvraag

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 18 - Quizvraag

Noem 4 niveaus in de ecologie

Slide 19 - Open vraag

wat zijn biotische factoren?
A
invloeden die afkomstig zijn van organismen
B
invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een biotische factor?
A
Alle levenloze natuur (de zon, water, etc.)
B
Alle levende natuur (de zon, water, etc.)
C
Alle levenloze natuur (voedsel, soortgenoten)
D
Alle levende natuur (voedsel, soortgenoten)

Slide 21 - Quizvraag

Basisstof 1 : Wat is ecologie?

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden

Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven

Slide 23 - Tekstslide

ecologie
de omgeving waarin een organisme leeft noemen we het milieu.

dit heeft invloed op het organisme maar ook het organisme heeft zelf invloed op het milieu.

als het iets met elkaar te maken heeft noemen we dit een relatie.

Het bestuderen van relaties tussen en organisme en het milieu noem je ecologie


Slide 24 - Tekstslide

Ecologie
  • Het onderzoeken van de relatie tussen dieren en hun milieu: Ecologie
  • In de natuur hebben we biotische en abiotische factoren:

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 27 - Tekstslide

Biotische en abiotische factoren 
Organismen hebben invloed op elkaar. 

- Invloeden (factoren) uit de levende natuur worden biotische factoren genoemd. 
- Abiotisch invloeden uit de niet levende natuur

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Niveaus van ecologie
  • Individu
  • populatie
  • levensgemeenschap
  • biotoop
  • ecosysteem
  • (biosfeer)

Slide 30 - Tekstslide

Niveaus van de ecologie
1. individu -> 1 organisme (vb. roodborstje)
2. populatie -> groep individuen van dezelfde soort in bepaald gebied die zich onderling voortplanten (vb. veel roodborstjes)
3. levensgemeenschap -> alle populaties in een gebied samen die elkaar onderling beïnvloeden (rups->roodborstje->vos)
4. ecosysteem -> gebied waarin biotische en abiotische factoren een eenheid vormen (vb. bos, sloot, duingebied)

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 
Lezen bs 1 : Wat is ecologie?
Maken basisstof 1 
Leren begrippen basisstof 1 

Slide 32 - Tekstslide