2 KGT Th. 6.1 Organismen en hun omgeving

Waar denk je aan bij
ecologie
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij
ecologie

Slide 1 - Woordweb

Organismen en hun omgeving

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden

Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

  1. Ecologie
  2. Milieu
  3. Biotische en abiotische factoren
  4. Individu
  5. Niveau
  6. Populatie
  7. levensgemeenschap
  8. Ecosysteem

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
- Zoek de betekenis van de woorden op
-  Wissel met buurman/buurvrouw

Slide 5 - Tekstslide

Milieu

Slide 6 - Tekstslide

Ecologie
  • Het onderzoeken van de relatie tussen dieren en hun milieu: Ecologie
  • In de natuur hebben we biotische en abiotische factoren:

Slide 7 - Tekstslide

ecologie
de omgeving waarin een organisme leeft noemen we het milieu.

dit heeft invloed op het organisme maar ook het organisme heeft zelf invloed op het milieu.

als het iets met elkaar te maken heeft noemen we dit een relatie.

Het bestuderen van relaties tussen en organisme en het milieu noem je ecologie


Slide 8 - Tekstslide

Biotische en abiotische factoren 
Organismen hebben invloed op elkaar. 

- Invloeden (factoren) uit de levende natuur worden biotische factoren genoemd. 
- Abiotisch invloeden uit de niet levende natuur

Slide 9 - Tekstslide

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 10 - Tekstslide

Niveaus van ecologie
  • Individu
  • populatie
  • levensgemeenschap
  • biotoop
  • ecosysteem
  • (biosfeer)

Slide 11 - Tekstslide

Wat is ecologie?
Niveaus 
van 
ecologie


Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen check
Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden

Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven

Slide 14 - Tekstslide

Maken van de opdrachten
Th. 6.1 Organismen en hun omgeving   1   t/m  8
Klaar? Test jezelf *alles voldoende*

De opdrachten worden gecheckt. Foute antwoorden goed rekenen is niet toegestaan!!


Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten nakijken

Slide 16 - Tekstslide