K6 (rekenen: markt, winst en arbeid)

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Terugblik vorige les
  2. Aanwezigheidsregistratie en les/huiswerk
  3. Wat ga ik leren?
  4. Uitleg/opdrachten maken
  5. Toetsing online

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • De telefoon  .... ! 
  • Zet in de chat waar deze                           les (en dus die telefoon over ging)
  • Stukje herhaling van de afgelopen twee lessen


Slide 3 - Tekstslide

Welke beloning hoort bij welke productiefactor?
Sleep de beloningen naar de juiste plek.
kapitaal
arbeid
natuur
ondernemersschap
salaris
rente
huur
pacht
winst

Slide 4 - Sleepvraag

Afschrijving
De jaarlijkse vermindering van kapitaalgoederen.

De formule: aanschaf - rest = ..  : jaren (maanden)

Slide 5 - Tekstslide

Een bedrijf koopt een laptop voor € 1.200. Deze gaat 3 jaar mee en heeft een restwaarde van € 200. Bereken de afschrijving per maand.

Slide 6 - Open vraag

Wat gaan we vandaag doen?
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... hoe bereken je een marktaandeel
  2. ... verkoopprijs met brutowinstmarge berekenen
  3. ... met de inkoopwaarde, de afzet en verkoopprijs de brutowinst achterhalen
  4. ... 't verschil begrijpen tussen brutowinst en nettoresultaat 
  5. ... de consumentenprijs berekenen

Slide 7 - Tekstslide

DE MARKT

Slide 8 - Tekstslide

Markt
  • = plaats waar goederen worden gekocht of verkocht
  • Vraag = als wij consumenten iets kopen
  • Aanbod = alles wat producenten en verkopers te koop aanbieden

Slide 9 - Tekstslide

Op de markt staat een kaaskraam. De verkoper in dit kraam rekenen we tot .................. van de markt.
A
Het aanbod
B
De vraag

Slide 10 - Quizvraag

Controlevragen
  • Donny heeft op de markt een kraampje met Ajax-fanartikelen.
  • Aanbod
  • Bregje wil nieuwe Ted Baker-schoenen.
  • Vraag
  • Meneer Horsch was lange tijd op zoek naar een niet al te dure woning.
  • Vraag
  • In de supermarktfolder staan veel producten voor een lagere prijs.
  • Aanbod







Slide 11 - Tekstslide

Het marktaandeel
Marktaandeel is het gedeelte van de totale markt dat een bedrijf in handen heeft.
Doel van het marktaandeel:
  • vergelijken van ene bedrijf met het andere
  • de afzet van een bedrijf als percentage van de                           totale afzet van dat product
  • hoeveel is de afzet van bedrijf X van de totale afzet?                

Formule marktaandeel:

(afzet bedrijf : totale afzet van de markt) x 100%.

Slide 12 - Tekstslide

Marktaandeel 
De afzet van een bedrijf uitgedrukt in % van de totale afzet in de markt waar het bedrijf actief is. 

Slide 13 - Tekstslide

Lezen
  1. Lees blauwe en groene tekst op pagina 166

  2. Ga aan de slag met de opdrachten 5a en 5b op blz. 182. 
  3. Zorg dat je je antwoord in een Word document opslaat. Deze gaan we aan het einde uploaden en is je leswerk.

timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Van afzet naar brutowinst
  • Inkoopprijs = inkoopwaarde
  • Brutowinst = verschil tussen inkoopprijs                      en de ..
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinst-                       marge
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + BTW
  • BTW = toegevoegde waarde 

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel BTW zit er op artikel
links en rechts ?

Slide 17 - Open vraag

Zet in je Word bestand

Bereken de consumentenprijs.

Nettoverkoopprijs badmintonracket = € 54,00.



Bereken de consumentenprijs.

Nettoverkoopprijs tarwebrood: € 2,20


€ 65,34
consumentenprijs: € 2,33

Slide 18 - Tekstslide

De inkoopprijs van een etalagepop is € 220,00.
De brutowinstmarge is 42% en de btw 21%.
Bereken de consumentenprijs.

Slide 19 - Open vraag

De inkoopprijs van een jurk is € 22,00.
De nettoverkoopprijs is € 39,00
Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs.

Slide 20 - Open vraag

Samen oefenen

Deinkoopprijs van een tablet is € 275,00. De brutowinstmarge is 43% en de btw
21%.
Bereken de consumentenprijs.

Uitwerking

Stap 1 : Bereken de brutowinst.

Brutowinst = inkoopprijs : 100 x brutowinstmarge =€ 275 : 100 x 43 = €118,25

Stap 2= Bereken de nettowverkoopprijs

nettoverkoopprijs= inkoopprijs + Brutowinst = € 275 + € 118,25 = € 393,25

Stap 3 = Bereken het BTW-bedrag.

BTW-bedrag = Nettoverkoopprijs : 100 x 21% = € 393,25 : 100 x 21 = € 82,58

Stap 4 = Bereken de consumentenprijs

Consumentenprijs + Nettoverkoopprjs + Btw= € 393,25 + € 82,58 = € 475, 83





Slide 21 - Tekstslide

Samen oefenen

De inkoopprijs van een voetbal is € 35,00.

De nettoverkoopprijs  is € 46,20

Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs.

Stap 1: bereken de brutowinst.

Stap 2: Druk de brutowinst uit in een percentage van de inkoopprijs


Stap 1 = Nettoverkoopprijs (dus exclusief BTW) - inkoopprijs)

                 € 46,20 - € 35,00 = € 11,20

Stap 2 = Brutowinst / inkoopprijs x 100% = € 11,20 / € 35,00 x 100% = 11,2%

Slide 22 - Tekstslide

Inleveren van je Word document! 

Inleverbakje Its Learning
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd? 

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd? Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 25 - Open vraag

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 26 - Tekstslide