In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Ruzie over het geloof
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
Tijdens deze les komen we meer te weten over de opkomst van het protestantisme en wat dit betekende voor de mensen die zich aansloten bij het protestantisme. En we leren dat de katholieke kerk dit niet accepteerde en wat zij er tegen deden.
Slide 2 - Tekstslide
Waarom zou er ruzie zijn over het geloof? Wat denken jullie?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Bij wie past deze uitspraak? "Wij erkennen het nieuwe geloof niet."
A
protestanten
B
katholieken
Slide 5 - Quizvraag
Bij wie past deze uitspraak? "Ons geloof wordt verboden."
A
protestanten
B
katholieken
Slide 6 - Quizvraag
Bij wie past deze uitspraak? "De paus is het hoofd van onze kerk."
A
protestanten
B
katholieken
Slide 7 - Quizvraag
Bij wie past deze uitspraak? "Weg met de priesters en pastoors."
A
protestanten
B
katholieken
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat moet er staan op de puntjes? "Een ketter is een scheldnaam voor iemand die......."
Slide 10 - Open vraag
Wat moet er staan op de puntjes? "Een hagenpreek is een....."
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Video
Wat moet er op de puntjes staan? "De beeldenstorm was het protest van ... mensen tegen de ..... kerk."
Slide 13 - Open vraag
Wat gebeurde er tijdens de beeldenstorm?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Kies uit: katholieken of protestanten
"De bloedraad werd opgericht door ..."
A
katholieken
B
protestanten
Slide 16 - Quizvraag
Kies uit: katholieken of protestanten
"De bloedraad vervolgde ..."
A
katholieken
B
protestanten
Slide 17 - Quizvraag
Kies uit: katholieken of protestanten
"Als je ... verraadde, kreeg je zeven stuivers."
A
katholieken
B
protestanten
Slide 18 - Quizvraag
Kies uit: katholieken of protestanten
"Mensen die geen goede ... waren, werden gemarteld."
A
katholieken
B
protestanten
Slide 19 - Quizvraag
Wat was de inquisitie?
A
De leiding van de katholieke kerk
B
De leiding van de protestantse kerk
C
Een soort
godsdienstpolitie
D
Een persoon die het geloof goed volgde
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Waarom werd deze verdachte veroordeeld en wat was zijn straf?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Type het goede antwoord in: Veel vluchtelingen kwamen uit het noorden of zuiden
Slide 24 - Open vraag
Type het goede antwoord in: Hugenoten kwamen uit Frankrijk of De Lage Landen
Slide 25 - Open vraag
Type het goede antwoord in: Zij waren protestant of katholiek
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Waarom vluchtten de vluchtelingen?
Slide 28 - Woordweb
Slide 29 - Tekstslide
Mochten de Joden hun godsdienst vrij beoefenen?
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quizvraag
Tot welk geloof moesten Joden zich bekeren?
A
Het jodendom
B
Het katholieke geloof
C
Het protestantse
geloof
D
De islam
Slide 31 - Quizvraag
Wat gebeurde er met bekeerde Joden die toch stiekem Joods bleven?