In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Klassikale herhaling
Zelf kiezen
Afronden - Quizlet LIVE! :D
Slide 1 - Tekstslide
‘In 1975 werd ons land onafhankelijk. Daarvoor hoorde het bij Nederland. Mijn ouders gingen toen meteen naar Nederland. Ze verwachtten hier een betere toekomst. Later werden mijn broertje en ik geboren.’ Tot welke groep immigranten behoren de ouders van deze persoon?
A
arbeidsmigranten
B
vluchtelingen
C
inwoners voormalige koloniën
D
asielzoekers
Slide 2 - Quizvraag
Als er in een gebied veel mensen bij elkaar wonen, dan is er sprake van een ...
A
bevolkingsconcentratie
B
bevolkingsspreiding
C
bevolkingsdichtheid
D
bevolkingsgroei
Slide 3 - Quizvraag
Aantal geboorten: 120.000 Aantal sterfgevallen: 100.000 Immigratie: 75.000 Emigratie: 80.000 Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei van dit land?
Slide 4 - Open vraag
Waarom was het geboortecijfer vroeger hoger dan nu?
A
De meeste vrouwen trouwden op late leeftijd.
B
De woonomstandigheden waren slecht.
C
Er waren vroeger meer mensen zonder partner.
D
Vrouwen werden jonger moeder.
Slide 5 - Quizvraag
Als er meer mensen emigreren dan immigreren, dan is er een
A
vestigingsoverschot
B
bevolkingsgroei
C
vertrekoverschot
D
bevolkingsafname
Slide 6 - Quizvraag
Welke uitspraak over arbeidsmigranten is waar?
A
De eerste arbeidsmigranten kwamen allemaal uit Marokko
B
Veel arbeidsmigranten kwamen uit voormalige koloniën.
C
In de jaren ’60 en ’70 kwamen veel arbeidsmigranten
D
Turkse arbeiders gingen na enkele jaren terug naar hun familie.
Slide 7 - Quizvraag
Iemand die aan de overheid van een land vraagt om in dat land te mogen wonen omdat hij gevaar loopt in zijn eigen land, noem je een
A
allochtoon
B
westerse allochtoon
C
niet-westerse allochtoon
D
asielzoeker
Slide 8 - Quizvraag
Wayan uit Indonesië werkt als schoonmaakster in Saudi-Arabië. Welk woord hoort NIET bij Wayan?
A
allochtoon
B
buitenlander
C
arbeidsmigrant
D
asielzoeker
Slide 9 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar?
A
De dekolonisatie verliep met geweld.
B
Veel Surinamers hadden vlak na de onafhankelijkheid geen vertrouwen in de nieuwe regering van Suriname.
C
Suriname is dichtbevolkt.
D
Suriname ligt op het zuidelijk halfrond.
Slide 10 - Quizvraag
Krimp
Leefbaarheid wordt slechter
Vergrijzing
Hoge geboortecijfers niet-westerse allochtonen
Slide 11 - Sleepvraag
Nu
Herhaling in het WB
1. Maak je werkboekopdrachten af
2. Maak de finish op blz. 38 en 39 van je werkboek