Aan het eind van deze les weet ik hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde en hoe het bestuur in elkaar zat.
Slide 4 - Tekstslide
Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).
Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding
!
Slide 5 - Tekstslide
Karel de Grote
Karolingen veroverde veel gebied, ook het rijk van de Longobarden
Gekroond tot keizer in 800 door paus Leo
Karel had een nieuwe manier om politiek en handel te laten slagen
Onderwijs = belangrijk!
Verbleef in Aken; paleis met Byzantijnse invloeden
Slide 6 - Tekstslide
Het bestuur van het Rijk
Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen.
Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme
Slide 7 - Tekstslide
De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
Hij moest trouw zweren aan de koning;
Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen;
Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Zendgraven
Zendgraven maakten de wetten van de keizer bekend. Verder controleerden ze of de graven zich wel hielden aan het belasting betalen en het handhaven van de wetten.
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les weet ik hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde en hoe het bestuur in elkaar zat.