... zijn delen van organismen die bepaalde taken uitvoeren
A
cellen
B
organen
C
weefsels
D
organenstelsels
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
... zijn delen van organismen die bepaalde taken uitvoeren
A
cellen
B
organen
C
weefsels
D
organenstelsels
Slide 1 - Quizvraag
Bart zegt: "Ik kan me al registreren als donor, want ik ben 13 jaar."
Klopt het wat Bart zegt?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een orgaanstelsel?
A
oog
B
skelet
C
bloedvatenstelsel
D
darmen
Slide 3 - Quizvraag
Een groep samenwerkende organen noem je een ...
A
cel
B
orgaan
C
weefsel
D
organenstelsel
Slide 4 - Quizvraag
Enkele organen zijn: maag - slokdarm - lever
Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 5 - Quizvraag
Enkele organen zijn: biceps - oogspier - buikspier
Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
bloedvatenstelsel
Slide 6 - Quizvraag
Welk orgaan behoort tot het bloedvatenstelsel?
A
zenuw
B
luchtpijp
C
nieren
D
holle ader
Slide 7 - Quizvraag
Cellen kunnen allerlei vormen hebben.
Waarmee hangt de vorm van een cel samen?
A
met de kleur
B
met de grootte
C
met de functie
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je een groep cellen met dezelfde vorm en functie?
A
een orgaan
B
een organenstelsel
C
een weefsel
D
een organisme
Slide 9 - Quizvraag
Het plaatje geeft een doorsnede van een blad weer (door de microscoop). Welke letter geeft een deel van het blad aan dat uit één soort weefsel bestaat?
A
P
B
Q
C
R
D
Allemaal
Slide 10 - Quizvraag
Het plaatje geeft een deel van een blad weer met een huidmondje. De letters P en Q geven twee cellen aan. Behoren cel P en cel Q tot hetzelfde soort weefsel?
A
ja, ze liggen tegen elkaar aan
B
ja, ze hebben dezelfde vorm
C
nee, ze hebben een andere vorm en functie
Slide 11 - Quizvraag
Stel dat het oculair 15x vergroot, het objectief 20x. Wat is de totale vergroting van de microscoop?
A
35x
B
20x
C
300x
D
5x
Slide 12 - Quizvraag
Mike zegt: "Door aan de grote schroef van de microscoop te draaien, kun je een ander objectief kiezen." Klopt het wat Mike zegt?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
... voorkomt dat je het objectief tegen het preparaat draait
A
preparaatbeveiliging
B
grote schroef
C
tafel
D
statief
Slide 14 - Quizvraag
Hiermee regel je de hoeveelheid licht die door de lenzen valt
A
lampje
B
oculair
C
kleine schroef
D
diafragma
Slide 15 - Quizvraag
Jelle zegt: "De lens van de microscoop spiegelt het voorwerp." Lieke zegt: "De lens van de microscoop zet het voorwerp op z'n kop."
Wie heeft of hebben er gelijk?
A
Jelle heeft gelijk
B
Lieke heeft gelijk
C
Jelle en Lieke hebben allebei gelijk
D
Jelle en Lieke hebben het allebei fout.
Slide 16 - Quizvraag
Je legt de letter p onder de microscoop.
Wat zie je als je door de lens kijkt?
A
een p
B
een d
C
geen p en geen d
Slide 17 - Quizvraag
Kim zegt: "Bij dierlijke cellen zorgt de celwand voor stevigheid."
Heeft Kim gelijk?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Een aantal onderdelen van een cel zijn: grote vacuole - celwand - celmembraan - cytoplasma - bladgroenkorrel - celkern
Welke kunnen niet voorkomen in een dierlijke cel?
A
alleen de celwand
B
de grote vacuole en de bladgroenkorrel
C
alleen de bladgroenkorrel
D
celwand, grote vacuole en bladgroenkorrel
Slide 19 - Quizvraag
Waar in een cel bevindt zich de informatie voor erfelijke eigenschappen?
A
in het cytoplasma
B
in een bladgroenkorrel
C
in de celkern
D
in de vacuole
Slide 20 - Quizvraag
Waar in een plantencel zit het celmembraan?
A
aan de buitenkant tegen de celkern
B
tegen de vacuole aan
C
aan de buitenkant van het cytoplasma
D
aan de buitenkant van de celwand
Slide 21 - Quizvraag
Waar in een plantencel bevinden zich de bladgroenkorrels?
A
tegen de celwand aan
B
in de vacuole
C
in de celkern
D
in het cytoplasma
Slide 22 - Quizvraag
Jip zegt: "de cellen die na een celdeling zijn ontstaan, heten moedercellen.
Heeft Jip gelijk?
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quizvraag
Anouk zegt: "voordat een cel zich deelt, is van ieder chromosoom een kopie gemaakt."
Heeft Anouk gelijk?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quizvraag
Door welk proces worden dochtercellen na een celdeling even groot als de moedercel?
A
kerndeling
B
plasmagroei
C
celdeling
Slide 25 - Quizvraag
In de celkern van een oogcel van een huisvlieg zitten 12 chromosomen. Deze cel gaat zich delen. Hoeveel chromosomen bevat een dochtercel van deze huidcel?
A
6
B
12
C
24
D
48
Slide 26 - Quizvraag
Een rijpende tomaat is groen. Zodra de tomaat rijp is, is de tomaat rood van kleur.