Welk van de onderstaande voedingsstoffen is geen brandstof?
A
Vetten
B
Nucleinezuren
C
Koolhydraten
D
Eiwitten
Slide 32 - Quizvraag
Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen.
B
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen.
C
Voedingsstoffen klein maken zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen.
D
Voedingsstoffen opnemen in het bloed.
Slide 33 - Quizvraag
Welke voedingsstof wordt door lipase verteerd?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
vitamines
Slide 34 - Quizvraag
Welke functie heeft deze voedingsstof in je lichaam vooral?
A
bouwstof en transportmiddel
B
reservestof en beschermende stof
C
bouwstof en brandstof
D
brandstof en reservestof
Slide 35 - Quizvraag
Welke voedingsstof heeft niet de functie reservestof?
A
vetten
B
koolhydraten
C
vezels
D
eiwitten
Slide 36 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste functie van deze voedingsstof in je lichaam?
A
bouwstof
B
brandstof
C
reservestof
D
beschermende stof
Slide 37 - Quizvraag
een voedingsvezel is een voedingsstof
A
juist
B
onjuist
Slide 38 - Quizvraag
Voedingsvezels zijn...
A
koolhydraten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
B
eiwitten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
C
koolhydraten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen
D
eiwitten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen
Slide 39 - Quizvraag
Wat is de functie van voedingsvezels?
A
bouwstoffen
B
brandstoffen
C
geen van bovenstaande antwoorden
D
brandstoffen en beschermende stoffen
Slide 40 - Quizvraag
Wat is de functie van peristaltiek?
A
Het verkneden van verteringssappen en de voedselbrij
B
Het voortduwen van de voedselbrij
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 41 - Quizvraag
Welke spieren zijn betrokken bij de peristaltiek?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 42 - Quizvraag
In de afbeelding is de peristaltiek in een deel van het darmkanaal schematisch getekend. Zijn op plaats 1 de kringspieren in de wand van het darmkanaal ontspannen of samengetrokken? En hoe zit het op die plaats met de lengtespieren?
A
De kringspieren en de lengtespieren zijn allebei ontspannen.
B
De kringspieren zijn ontspannen en de lengtespieren zijn samengetrokken.
C
De kringspieren zijn samengetrokken en de lengtespieren zijn ontspannen.
D
De kringspieren en de lengtespieren zijn allebei samengetrokken.
Slide 43 - Quizvraag
Welk orgaan doet NIET aan peristaltiek?
A
maag
B
slokdarm
C
dunne darm
D
lever
Slide 44 - Quizvraag
Aan de slag
Lezen
Paragraaf 3: Voedselvertering
Maken
Basiskennis-vragen over 12.3: opdracht 1 t/m 6
Slide 45 - Tekstslide
Heb je de leerdoelen onder de knie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 46 - Poll
Waren er lastige onderdelen? Of heb je nog vragen over bepaalde onderdelen?