Voca, Bron C en Frases Clave

¡Bienvenidos!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!

Slide 1 - Tekstslide

startopdracht
Werk in 2-tallen. Maak samen Spaanse zinnen met de volgende woorden. Noteer ook de vertaling.
1. los jóvenes
2. nadar
3. el papel
4. tomar el sol
5. el impermeable
timer
6:00
voca 6.2 t/m 'la toalla'

Slide 2 - Tekstslide

Repasar Frases clave

Slide 3 - Tekstslide

rij 1


hacer las preguntas
rij 2


responder a las preguntas

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent: "¿qué habéis hecho esta mañana?
A
wat heb je vanmorgen gedaan?
B
wat hebben jullie vanavond gedaan?
C
wat hebben zij vanmorgen gedaan?
D
wat hebben jullie vanmorgen gedaan?

Slide 5 - Quizvraag

Je wilt weten of je vriend een leuke vakantie gehad heeft. Hoe vraag je dat?
A
¿lo has pasado bien?
B
¿has estado bien?
C
¿lo he pasado bien?
D
¿qué vas a hacer?

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Spaans:
1- Heb je zin om naar het zwembad te gaan?
2- Neem je een bal mee?

Slide 7 - Open vraag

los deberes (14/3):
Aprender: voca 6.2 helemaal
Hacer: ejercicio 14 & 17

Slide 8 - Tekstslide

Jueves, el 14 de marzo
thv2a

Slide 9 - Tekstslide

programa de hoy: 
* check voca 6.2 
* bespreken: los deberes (14 y 17) 
* Hacemos: Bron C ejercicio 8 + 9

Slide 10 - Tekstslide

startopdracht
Neem de woordjes van blok 6.2 (WB blz 103) nog een keer door en noteer voor jezelf de 5 moeilijkste woorden + betekenis.
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

ejercicio 14 A
1. hemos buscado
2. he traído
3. ha vivido
4. has participado
5. habéis visitado
6. han bebido

Slide 12 - Tekstslide

ejercicio 14B
1.
2.
3.
4.
5.
6.

Slide 13 - Tekstslide

hacemos
Bron C TB blz 52 (lezen)
en maken:
ejercicio 8 y 9 blz 81-82 WB

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent: "¿qué habéis hecho esta mañana?
A
wat heb je vanmorgen gedaan?
B
wat hebben jullie vanavond gedaan?
C
wat hebben zij vanmorgen gedaan?
D
wat hebben jullie vanmorgen gedaan?

Slide 15 - Quizvraag

Je wilt weten of je vriend een leuke vakantie gehad heeft. Hoe vraag je dat?
A
¿lo has pasado bien?
B
¿has estado bien?
C
¿lo he pasado bien?
D
¿qué vas a hacer?

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Spaans:
1- Heb je zin om naar het zwembad te gaan?
2- Neem je een bal mee?

Slide 17 - Open vraag

Vocabulario 6.2
hace frío
la semana
de slippers
los jóvenes
el impermeable
nadar
quedar
jugar al tenis
het is koud
de week
las chanclas
de jongeren
het regenpak
zwemmen
afspreken
tennissen

Slide 18 - Sleepvraag

los deberes 21/3
Hacer: ejercicio 8 + 9 (Bron C)
Leren: Bron D (Perfecto) & voca blok 6.3 tm 'el ingrediente'

Slide 19 - Tekstslide