Grammatica blok 4 wk 3 mavo 1 Op niveau lijdend voorwerp

Grammatica
Blok 4 Op niveau
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Blok 4 Op niveau

Slide 1 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
GRAMMATICA

Slide 2 - Tekstslide

Doel:
  • je kunt het lijdend voorwerp in een zin benoemen
  • je kunt zelf zinnen maken met een onderwerp en een lijdend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

Even een stukje herhaling....
  • Schrijf de volgende zin over in je schrift  en ontleedt hem:

Veel beroemde zangeressen hebben in hun carrière een prijs gewonnen.


1. Wat is de persoonsvorm?

2. Benoem het  werkwoordelijke gezegde en het onderwerp 

3. Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?

Slide 4 - Tekstslide

Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets/iemand iets 'overkomt'. 


Lijdend voorwerp is:

Wat/wie+ werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Let op: Het LV begint nooit met een voorzetsel.

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Wie verslindt nu wie?
De olifant verslindt de muis.

De muis verslindt de olifant.


Als de olifant het OW is, dan verslindt hij de muis.
Maar maak je van de muis het OW, dan verslindt hij de olifant. 
Dat is raar. Dus zo zie je dat je OW en LV niet door elkaar moet halen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp?
Opa koopt een vaas. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik geef klas 1E een toets. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke stapjes?
Persoonsvorm 
Gezegde
Zinsdelen 
Onderwerp
Lijdend Voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Ga nu aan de slag met:
De Zelftoets Blok 4

Toetsblad  (theorie en woorden)

Slide 11 - Tekstslide