Het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord.
Het hulpwerkwoord staat samen met een ander werkwoord in de zin.
Ik heb een appel gegeten.
Heb is dan het hulpwerkwoord.
Het voltooid deelwoord is het werkwoord dat zegt dat iets voltooid is.
Gegeten is het voltooid deelwoord.