Hulpwerkwoord, voltooid deelwoord, voltooide tijd
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
In welke tijd staat deze zin:
'Het veulentje dronk bij zijn moeder'
'Het veulentje dronk bij zijn moeder'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 5 - Quizvraag
In welke tijd staat deze zin:
'De kinderen zijn gekozen'
'De kinderen zijn gekozen'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 6 - Quizvraag
In welke tijd staat deze zin:
'Oma is zeventig jaar geworden'
'Oma is zeventig jaar geworden'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 7 - Quizvraag
In welke tijd staat deze zin:
'Sjors schrikt van Jaap'
'Sjors schrikt van Jaap'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het hulpwerkwoord en voltooid deelwoord in de zin:
'Ik heb een hond voor haar geschilderd'
'Ik heb een hond voor haar geschilderd'
Slide 9 - Open vraag
Wat is het hulpwerkwoord en voltooid deelwoord in de zin:
'Hij heeft een snoek gevangen'
'Hij heeft een snoek gevangen'
Slide 10 - Open vraag
Wat is het hulpwerkwoord en voltooid deelwoord in de zin:
'Ik ben op vakantie geweest'
'Ik ben op vakantie geweest'
Slide 11 - Open vraag
Wat is het hulpwerkwoord en voltooid deelwoord in de zin:
'We zijn naar Frankrijk gegaan'
'We zijn naar Frankrijk gegaan'
