Leesvaardigheid (leesrace Bornego)

Vandaag: racen door de leerstof

Pak je materiaal


Lees de tekst die je krijgt
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-6

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag: racen door de leerstof

Pak je materiaal


Lees de tekst die je krijgt

Slide 1 - Tekstslide

Vorige weken
Gewerkt aan de debatvoorbereiding
Geoefend met presenteren (stem, lichaam, debat)

Vandaag
Racen door de leerstof
Vooruitblik
Lees in de vakantie een boek
Werk in de vakantie aan je draaiboek

Slide 2 - Tekstslide

Afronding P2
Praktisch

Je wordt leesvaardig door kritisch en analytisch teksten te lezen. Je moet de leerstof beheersen om die te kunnen toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Neem de leerdoelen door
Deel de module op in deeltaken
Maak een tijdsplanning
Maak een schema

Organisatie
Gebruik een schrift
Maak opdrachten waarvan jij de antwoorden hebt
Kies een compleet examen

Timemanagement
Verdeel een heel examen in blokken (per tekst)
Maak afspraken met jezelf

Metacognitie
Ken de begrippen
Leer ze te herkennen in alinea's
Zie verbanden in en tussen teksten
Kijk bijzonder kritisch na

Slide 4 - Tekstslide

Kwalificatieronde
Ieder groepje krijgt teksten.
Je beantwoordt zo snel mogelijk de 4 vragen op het digibord.

Pitstop
Bespreek strategieën om tot betere en snellere antwoorden te komen.

Grand Prix
Je beantwoordt de volgende 4 vragen die op het digibord staan.

Finish (prijsuitreiking)

Slide 5 - Tekstslide

De jury wijst de winnaar aan.

Let op: op spieken staat een puntenstraf!

Slide 6 - Tekstslide

Verdeel de vragen en zoek de juiste tekst bij de vraag. Zoek vervolgens slim naar het antwoord.
Maak andere groepjes niet wijzer dan ze zijn.
Noteer de antwoorden op het blad.
Lever je de antwoorden in binnen de tijd? De eerste 2 groepjes krijgen een bonuspunt.

Slide 7 - Tekstslide

Klaar voor de start?

Hebben jullie een teamnaam en jullie eigen namen genoteerd?

Is de tijd om? Leg dan de pen neer en lever het blad in.

Slide 8 - Tekstslide

timer
4:36
1. Op een aantal plekken geeft de auteur zijn oordeel over het boek Digitaal minimalisme. Citeer twee zinnen uit alinea 10 tot en met 13 waarin dat oordeel uitsluitend positief is.

2. Volgens alinea 9 moeten mensen een betere afweging maken als ze willen vliegen. Welke twee zaken moeten volgens de auteur bij die afweging betrokken worden?

3. In alinea 11 en 12 behandelt de auteur het minimalisme van "opruimgoeroes als Marie Kondo", waar het pleidooi van Newport ook bij zou passen. Welke twee algemene voordelen van digitaal minimalisme worden in dit tekstgedeelte onderscheiden?

4. Noem twee voordelen van categoriseren die in de tekst worden genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

De punten worden geteld.

Bespreek strategieën om tot betere en snellere antwoorden te komen.
(Tip: waar vind je bepaalde antwoorden in de tekst? Wat heeft je kennis van tekstopbouw hiermee te maken? Op welke woorden moet je letten? etc.)

Slide 10 - Tekstslide

Ben je klaar voor de grote finale?

Ook hier zijn weer bonificatiepunten te verdienen!

Slide 11 - Tekstslide

1. Wat is het gevaar van het manipuleren van slapende mensen?
2. Over welke twee woorden droomde de columnist en wat betekenen de woorden volgens hem?
3. Wat maakt het gestoei met genderneutrale voornaamwoorden taalkundig gezien interessant?
4. Verklaar de populariteit van de ragout in paneermeel.
5. Wat was de aanleiding van de student om zich een maand af te sluiten voor Facebook, Instagram, Snapchat en Tiktok?
timer
3:41

Slide 12 - Tekstslide

1. "Zelfs al zouden we willen, we kunnen het niet." (r 16-18). Deze bewering is in tegenspraak met twee andere beweringen uit de tekst. Citeer deze twee twee beweringen. Baseer je antwoord op twee verschillende alinea's uit alinea 5 tot en met 11.

2. In alinea 12 heeft de auteur het over het "minimaliseren van overbodige digitale prikkels". In alinea 13 en 14 plaatst de auteur kanttekeningen bij de haalbaarheid daarvan. Welke twee kanttekeningen zijn dat? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen.

3. In alinea 16 vergelijkt de auteur de digitale revolutie met de industriële revolutie. Welke twee overeenkomsten tussen beide revoluties komen uit de vergelijking naar voren?

4. Noem op basis van de tekst drie overeenkomsten tussen analoge en digitale reaguurders.
timer
4:03

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide