Maar, zorg dat je wel de belangrijkste zaken weet te benoemen en dat je functiewoorden uit elkaar kunt houden. Markeer de woorden in je examenbundel die je niet kent en/of belangrijk vindt.
Wat is het verschil tussen:
- weerleggen en tegenwerpen?
- aanvulling en een voorbeeld?
- uitdiepen, uitleggen en uitweiden?
-voorbehoud en voorwaarde?