Plaats van adverbs of frequency

Word order: plaats van bijwoorden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Word order: plaats van bijwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Remember?
Wie (hoe vaak) doet wat (hoe vaak) waar wanneer.

Onderwerp werkwoorden lijdend voorwerp bijwoorden van plaats en tijd

Slide 2 - Tekstslide

Plaats bijwoorden
Bijwoorden van regelmaat geven aan hoe vaak je iets doet:

always = altijd
usually = meestal
often = vaak
sometimes = soms
never = nooit

Slide 3 - Tekstslide

Bijwoorden van regelmaat komen VOOR een hoofdwerkwoord:

Ronaldo always eats  6 times a day.
He never has a Coca cola.
He sometimes goes to St Tropez with his family.
Ronaldo often eats fish.

Slide 4 - Tekstslide

my
does
homework
usually
Ronaldo

Slide 5 - Sleepvraag

Maar.. ze komen NA een vorm van het hulpwerkwoord BE! = am/ are/ is

Mick is often at the school's cafeteria.
You are usually on time.
I am sometimes at the library.

Slide 6 - Tekstslide

Which sentence is correct?
A
My dad is always at the office.
B
My dad always is at the office.

Slide 7 - Quizvraag

Which sentence is correct?
A
The kids usually swim in summer.
B
The kids swim usually in summer.

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
She has seldom time for her cat
B
She seldom has time for her cat

Slide 9 - Quizvraag

We go to the restaurant.(rarely)
A
We rarely go to the restauarant
B
we go rarely to the restaurant

Slide 10 - Quizvraag

Sidra would say that to the teacher.(never)
A
Sidra would say never that to the teacher
B
Sidra would never say that to the teacher

Slide 11 - Quizvraag

Nour goes to that shop.(often)
A
Nour goes often to that shop
B
Nour often goes to that shop

Slide 12 - Quizvraag

Nada goes to the sauna.(regularly)
A
Nada reguraly goes to the sauna.
B
Nada goes reguraly the sauna

Slide 13 - Quizvraag

We work out together.(hardly ever)

Slide 14 - Open vraag

We are on time.(always)
A
We always are on time
B
we are always on time

Slide 15 - Quizvraag

Saya watches football on TV.
( hardly ever)
A
Saya Watches hardly ever football on TV.
B
Saya hardly ever watches football on TV

Slide 16 - Quizvraag

we go to bed late.(sometimes)
A
we sometimes go to bed late
B
we go sometimes to bed late

Slide 17 - Quizvraag

Tot slot: Nu jij.. Vertel hoe vaak je pizza eet ( gebruik sometimes/always/enz)

Slide 18 - Open vraag


Slide 19 - Open vraag