Blok 3.2 D en E

Welkom!


Blok 3.1 Fictie


1 Planning en agenda
2 Wat je altijd al had willen weten
3 Persoonsvorm / werkwoordquizje
4 Nabespreken huiswerk
5 Uitleg werkwoordelijk gezegde











 


m.marinus@singelland.nl


6 Zelfstandig werken
7 Actieve pauze
8 Zelfstandig werken
9 Afsluiten met Plenda!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!


Blok 3.1 Fictie


1 Planning en agenda
2 Wat je altijd al had willen weten
3 Persoonsvorm / werkwoordquizje
4 Nabespreken huiswerk
5 Uitleg werkwoordelijk gezegde











 


m.marinus@singelland.nl


6 Zelfstandig werken
7 Actieve pauze
8 Zelfstandig werken
9 Afsluiten met Plenda!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Wat is een werkwoord?
Een werkwoord geeft aan:
A
mens, dier of ding
B
wat iets/iemand doet of wat iets/iemand is
C
wanneer, hoe of waar iets gebeurt
D
dat iemand iets maakt

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een persoonsvorm
A
het ww
B
het ww dat verandert als je de zin in een andere tijd zet
C
een voltooid deelwoord
D
ik, jij of hij

Slide 4 - Quizvraag

Is 'zijn' een werkwoord of geen werkwoord?
"Dat is zijn sporttas."
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Is drinken een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord
C
soms

Slide 6 - Quizvraag

'Als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegensvlug vliegen achterna.'

Hoeveel persoonsvormen tel je?
A
1
B
2
C
3
D
42

Slide 7 - Quizvraag

'Als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegensvlug vliegen achterna.'

Wat zijn dan de persoonsvormen?
A
1e en 4e vliegen
B
2e en 5e vliegen
C
3e en 6e vliegen
D
3e en 4e vliegen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Link

Vul maar in..
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit .......................... in een zin. De ............ hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde kan uit .................... werkwoorden bestaan. Het woordje ..... hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak Grammatica 3.2 D en E maak de vragen.
Alles klaar? Maak dan de vier oefeningen op cambiumned.nl

  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat met jullie mee.
timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Evon die bloedjes rondpompon!
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak Grammatica 3.2 D en E maak de vragen.
Alles klaar? Maak dan de vier oefeningen op cambiumned.nl

  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat met jullie mee.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Agenda - Plenda
Huiswerk:
Maak 3.2 A en B



Slide 15 - Tekstslide

Vat de les samen in een paar woorden.

Slide 16 - Open vraag