Blok 3.2 C Lijdend voorwerp en: Maak een spiekbriefje!



Blok 3.2 C Lijdend voorwerp en: Maak een spiekbriefje!

1 Planning en agenda
2 Verkooppraatjes
3 Quizje
4 Nabespreken Fictie 3.1 B










m.marinus@singelland.nl



5 Uitleg 3.2 C
6 Zelfstandig werken
7 Opdracht: Maak een spiekbriefje

8 Afsluiten met Plenda!

Welkom!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Blok 3.2 C Lijdend voorwerp en: Maak een spiekbriefje!

1 Planning en agenda
2 Verkooppraatjes
3 Quizje
4 Nabespreken Fictie 3.1 B










m.marinus@singelland.nl



5 Uitleg 3.2 C
6 Zelfstandig werken
7 Opdracht: Maak een spiekbriefje

8 Afsluiten met Plenda!

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat kun je, behalve dingen die geld kosten, nog meer verkopen?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen.
A
ik
B
kan
C
benoemen
D
kan benoemen

Slide 6 - Quizvraag

Wat kan GEEN lijdend voorwerp zijn?
A
De kat met het gebroken pootje
B
de pan met tomatensoep
C
in de tuin van de buren
D
wij

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Klas 1 leert het lijdend voorwerp vinden.
A
Klas 1
B
leert
C
het lijdend voorwerp
D
vinden

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Aan de slag!

Maak de vragen van Blok 3.2 C

  • Samen beginnen
  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat met jullie mee.
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Maak een spiekbriefje!
Zinsdeel
Wat moet je doen?
Waar moet je op letten.
persoonsvorm
1. Verander de zin van tijd. Het woord dat verandert, is de pv.
2. Maak de zin vragend. De pv komt vooraan de zin te staan. 

de persoonsvorm is altijd een werkwoord.
onderwerp
Stel de vraag ...
werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Maak een spiekbriefje

Slide 12 - Tekstslide

Agenda - Plenda
Huiswerk:
3.2 C



Slide 13 - Tekstslide

Vat de les samen in een paar woorden.

Slide 14 - Open vraag