Toets Hoofdstuk Elektriciteit

Toets Elektriciteit
Hoofdstuk Elektriciteit

Pak je schrift, pen en BINAS. Maak de open vragen (dus niet multiplechoice) op papier en upload er een foto van naar de opgave.

Denk altijd aan significante cijfers en eenheden. Er wordt geen formuleblad gegeven, 
in BINAS T35 staan vele formules die je nodig hebt. Denk ook aan T36 voor eventuele wiskundige formules.



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets Elektriciteit
Hoofdstuk Elektriciteit

Pak je schrift, pen en BINAS. Maak de open vragen (dus niet multiplechoice) op papier en upload er een foto van naar de opgave.

Denk altijd aan significante cijfers en eenheden. Er wordt geen formuleblad gegeven, 
in BINAS T35 staan vele formules die je nodig hebt. Denk ook aan T36 voor eventuele wiskundige formules.



Slide 1 - Tekstslide

Wat is de spanning van de elektriciteit in onze huizen?
A
20 kV
B
380 kV
C
10 kV
D
230 V

Slide 2 - Quizvraag

Is deze voltmeter correct aangesloten?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Bij een serie schakeling van 10 lampjes gaat er eentje stuk.
Wat gebeurt er?
A
De oneven lampen gaan uit
B
De overige lampen blijven branden
C
De even lampen gaan uit
D
Alle lampen gaan uit

Slide 4 - Quizvraag

Welk(e) lampje(s) gaat/gaan uit als ik lamp 2 los draai?
A
Lamp 1, 3 en 4
B
Lamp 1 en 3
C
Lamp 3
D
Lamp 1 en 4

Slide 5 - Quizvraag

Welk(e) lampje(s) gaat/gaan uit als ik lamp 1 los draai?
A
Lamp 2, 3 en 4
B
Lamp 4
C
Lamp 2 en 3
D
Geen van de lampjes

Slide 6 - Quizvraag

In de figuur hiernaast zijn alle lampjes van dezelfde soort.
De schakelaar wordt gesloten. Geef van onderstaande bewering aan of deze juist of onjuist is.

L2 brandt het minst fel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag


Kijk naar de schakeling hiernaast. Ga ervan uit dat alle lampjes gelijk zijn. Door lamp 1 loopt een stroom van 0,60 A. Hoe groot is de stroom door lamp 4?
A
0,60 A
B
0,40 A
C
1,80 A
D
Dat kun je met deze gegevens niet berekenen.

Slide 8 - Quizvraag

In de schakeling hiernaast heeft 2R een weerstand die twee keer zo groot is als die van R. De totale stroomsterkte is 5A
Wat is de stroomsterkte in I2?
A
1,7 A
B
3,3 A
C
5 A

Slide 9 - Quizvraag

Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
1Ω
B
3Ω
C
3,3Ω
D
9Ω

Slide 10 - Quizvraag

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
R1 = 175 Ohm en R2 = 225 Ohm.
Hoe groot is Rv?
A
400Ω
B
50Ω
C
200Ω
D
225Ω

Slide 11 - Quizvraag

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
R1 = 200 Ohm en R2 = 100 Ohm.
U 1 = 6 Volt
Hoe groot is I1?
A
0,03A
B
0,06 A
C
0,04 A
D
0,09 A

Slide 12 - Quizvraag

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
R1 = 200 Ohm en R2 = 100 Ohm.
U = 12 Volt
Hoe groot is U1?
A
8 V
B
4 V
C
12 V
D
6 V

Slide 13 - Quizvraag

Een metaaldraad met een lengte van 80 cm en een diameter van 2,19 mm heeft een weerstand van 9,1 mΩ. Laat met een berekening zien van welk metaal deze draad gemaakt is.

Slide 14 - Open vraag

Klaar!!

Slide 15 - Tekstslide