Workshop casus probleemgedrag VVT
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
steekwoorden op te schrijven.
• Kies dan één probleem om mee verder te gaan tijdens de bijeen-
komst
Stap 2: De probleemsituatie in kaart brengen
Wat vindt de cliënt van de situatie?
Hoe ziet het gedrag eruit?
Wat ervaren medewerkers?
Slide 5 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Verdeel de groep, vier personen per groepje. Ieder groepje leeft zich
in vanuit één invalshoek, namelijk verzorgende/verpleegkundige,
leidinggevende, mantelzorger en cliënt.
• Geef ieder een A-4 met daarop genoteerd de positie van waaruit
men naar de situatie gaat kijken. A-4 is voor aantekeningen. Vraag de
drie belangrijkste punten aan te geven. Let op: nog geen oplossingen
gaan bedenken. Dat komt later. Eerst nu goed het probleem
uitdiepen.
• Vervolgens noemt ieder groepje in de groep deze drie belangrijkste
punten bij de situatie. Vraag reacties hierop. Dat leidt vanzelf naar
stap 3
Slide 7 - Tekstslide
Een doel vaststellen: wat willen deelnemers voor deze casus
bereiken? Let er op dat er nog steeds geen oplossingen gegeven
worden. Die komen in de volgende stap. Als je direct al aan
oplossingen gaat denken, is het gevaar groot dat de oplossingen
teveel in één richting gaan.
Slide 8 - Tekstslide
De oplossingen moeten in
gedrag beschreven worden, het werkwoord ‘doen’ helpt daarbij. Het
gaat er natuurlijk om wat de deelnemers in deze situatie kunnen
doen, dus niet ‘dat er meer geld voor de gezondheidszorg moet
komen’ of ‘meer tijd moet zijn’. Dat zijn oplossingen die buiten de
mogelijkheden van de deelnemers liggen.
• Stimuleer alle deelnemers hun ideeën te spuien. Alle ideeën zijn
welkom.
• Schrijf ze op de flappen ter ondersteuning van het proces.
• Daarna kunnen de meest bruikbare oplossingen besproken worden.
Maak eventueel weer een top 3. Ieder mens kan nu eenmaal altijd
een paar dingen goed onthouden en mogelijk ook toepassen.
De overige punten natuurlijk wel opschrijven en in een verslag
opnemen.
• Vraag bijvoorbeeld iedere deelnemer wat hij/zij nu vanaf morgen van
de genoemde oplossingen gaat toepassen. Maak het heel concreet.
• Laat bijvoorbeeld iemand oefenen, in een klein rollenspel, waarin
één persoon het familielid is en de ander zichzelf.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
