Je belt de makelaar om een afspraak te maken voor een bezichtiging.
Makelaar = een persoon die helpt bij het kopen en/of verkopen van een huis.
Een makelaar moet je courtage betalen voor de geleverde diensten.
Slide 9 - Tekstslide
En dan?
Je gaat nog een keer het huis bekijken en misschien een bouwkundig onderzoek doen.
Daarna kun je een bod uitbrengen bij de makelaar en kun je gaan onderhandelen.
Slide 10 - Tekstslide
En dan?
Als je er uit bent gekomen moet je vaak een hypothecaire lening afsluiten (paragraaf 8.3 & 8.4) bij de bank.
De bank wil dat een onafhankelijke taxateur een taxatie uitvoert.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een taxatie?
A
Een inschatting van hoe mooi het huis is.
B
Een inschatting van hoe goed het huis gebouwd is.
C
Een inschatting van hoeveel het huis waard is.
D
Een inschatting van hoe goed huis is op het gebied van energie.
Slide 12 - Quizvraag
Waarom wil de bank weten hoeveel het huis waard is?
A
Zodat ze weten hoeveel geld ze willen uitlenen.
B
Zodat ze weten hoeveel je moet betalen voor het huis.
C
Zodat ze weten hoeveel geld je hebt.
D
Zodat ze weten hoeveel risico ze lopen.
Slide 13 - Quizvraag
En dan?
Als het gelukt is om een hypothecaire lening af te sluiten, dan moet je naar de notaris om de koop te laten beschrijven in het Kadaster en de hypotheekakte te ondertekenen.
Tada!
Je bent eigenaar van je nieuwe huis!
Slide 14 - Tekstslide
En nu jullie!
Zoek uit wat k.k. betekent.
Zoek uit wat v.o.n. betekent.
Zoek uit wat het verschil tussen k.k. en v.o.n. is.