03 Hypotheken Kopen of huren: deel 2

Hypotheken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
HypothekenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hypotheken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00
Financiële dienstverlening in het nieuws/Economisch nieuws

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Belastingrecht afmaken en bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
Je kunt uitleggen wat k.k. betekent
Je kunt uitleggen wat v.o.n. betekent
Je kent het 'stappenplan' voor de aankoop van een eigen woning
Je weet hoe hoog de overdrachtsbelasting is
Je weet welke bijkomende kosten er zijn bij de aankoop van een woning
Je weet wat het betekent als 'het huis onder water staat'
Je weet in welke box de rente en andere kosten i.v.m. de eigenwoningschuld aftrekbaar zijn
Je weet wat het eigenwoningforfait is en in welke box dit een bijtelling is
Je kunt uitleggen wat een eigenwoningschuld is
Je weet welke gemeentelijk belastingen er zijn voor de bewoners van een woning
--> 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
Je bent op de hoogte van de voor- en nadelen van een koopwoning
Je bent op de hoogte van de voor- en nadelen van een huurwoning Je kunt uitleggen wat het effect van de huurstijging op de inflatie is
Je kunt uitleggen wat het effect van inflatie op huurstijgingen is
Je kunt uitleggen wat een makelaar doet en de voor- en nadelen van een makelaar benoemen
Je kunt de rol van de notaris bij de aankoop van een woning uitleggen
Je kunt uitleggen waarom je wel of niet maximaal gaat lenen 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EEN HUIS KOPEN

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat wordt ermee bedoeld als er achter de prijs van een woning k.k. staat?



timer
2:00

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kopen
 Bij de verkoop van bestaande woningen wordt meestal k.k. (kosten koper) vermeld. 

k.k. = overdrachtsbelasting 
en de notariskosten voor de leveringsakte en de inschrijving in het Kadaster zijn voor de koper. Dus de kosten voor de overdracht van de woning.

Terwijl bij de verkoop van nieuwbouwhuizen meestal v.o.n. (vrij op naam) staat.
Vrij op naam houdt in dat de koper geen kosten bovenop de koopsom betaalt voor  de overdracht van de woning. 



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog is de overdrachtsbelasting? Wees zo volledig mogelijk in je antwoord.


timer
2:00

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Overdrachtsbelasting

website van de belastingdienst

2%
Koopt u vanaf 1 januari 2021 een woning waarin u zélf voor langere tijd gaat wonen? Dan is de overdrachtsbelasting 2% van de waarde van de woning.

0%
Bent u 18 jaar of ouder maar nog geen 35 jaar? En koopt u vanaf 1 januari 2021 een woning waarin u zélf voor langere tijd gaat wonen? Dan betaalt u geen overdrachtsbelasting.
Let op! Per 1 april 2021 geldt ook dat de woning niet duurder dan € 400.000 mag zijn.

8%
In alle andere gevallen is de overdrachtsbelasting 8% van de waarde.



De overdrachtsbelastingvrijstelling is een regeling die starters ondersteunt bij het kopen van hun eerste woning. In 2023 was de vrijstelling van toepassing op woningen met een waarde tot € 440.000, maar vanaf 2024 wordt deze grens verhoogd naar € 510.000.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijkomende kosten voor de koper 
Bijkomende kosten als je een huis voor eigen bewoning koopt:

  • overdrachtsbelasting (0% of 2% van de koopprijs)
  • makelaarskosten
  • kosten notaris overdracht
  • kosten regelen hypothecaire lening (advies, taxatie, notaris)
_________________________________________
= ongeveer 4% of 6% van de koopprijs

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheek
Een hypothecaire lening is een langlopende lening met een onroerend goed als onderpand.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'het huis staat onder water'?

Slide 13 - Open vraag

Maar er blijft altijd een risico. Huizenprijzen kunnen ook dalen. En als het huis juist in die periode verkocht moet worden, kan “het huis onder water staan”. De hypotheekschuld kan dan groter zijn dan de verkoopopbrengst/waarde van de woning. De huizeneigenaar blijft dan met een restschuld zitten.
“huis onder water”

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheeklasten
Per periode betaalt de lener rente en aflossing. We noemen dit ook wel de bruto hypotheeklasten.

Rente is het bedrag dat de lener moet betalen als prijs voor de schuld. Rente betalen maakt de schuld dus niet kleiner. Rente zijn de kosten voor het hebben van een lening.

Alleen door aflossen wordt de schuld kleiner. En hoe lager de schuld, hoe minder rente er daarna betaald moet worden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bank wil graag zekerheid over de waarde van de woning voordat zij een hypotheek verstrekt.
Wie wordt daarvoor ingeschakeld?
A
Taxateur
B
Makelaar
C
Hypotheekadviseur
D
Notaris

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eigen woning zit in box
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woonlasten



Het woongenot van de eigen woning = inkomen in box 1
Bijtelling in box 1: eigenwoningforfait

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheeklasten

In Nederland stimuleert de overheid het kopen van een eigen huis. De hypotheekrente van een eigenwoningschuld is aftrekbaar in box 1 bij de aangifte van de inkomstenbelasting. Iemand met een eigenwoningschuld betaalt daardoor minder belasting.

Niet alleen rente is aftrekbaar in box 1. Ook bijkomende kosten, die gemaakt worden i.v.m. de eigenwoningschuld, zijn aftrekbaar  zoals de notariskosten of de taxatiekosten.

De overheid bouwt de hypotheekrente steeds verder af. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenwoningschuld

Lening die is gebruikt voor de aankoop, onderhoud, verbetering van de eigen woning

+

Vanaf 1 januari 2013:
minimaal annuïtaire aflossing gedurende maximaal 30 jaar

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderpand
Het onderpand blijft eigendom van de lener.

 Wanneer de lener zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, dan heeft de kredietverstrekker (bank) het recht om het onderpand te verkopen. 

Dat noemen we het recht van hypotheek. Met de verkoopopbrengst kan de lening worden afgelost. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlopig 
koopcontract


Als koper en verkoper het eens zijn ondertekenen ze beiden een voorlopig koopcontract. Er staan vaak ontbindende voorwaarden in, dat zijn redenen om zonder kosten van de koop af te kunnen zien.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemeentelijke belastingen











  • OZB (woningen: alleen eigenaren)
  • Afvalstoffenheffing
  • Hondenbelasting
  • Rioolrecht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Noem minimaal één voordeel en minimaal één nadeel van het huren van een woning.



timer
2:00

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Noem minimaal één voordeel en minimaal één nadeel van het kopen van een woning.



timer
2:00

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen eigen woning
Waarde stijging (meestal)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen eigen woning
Waarde stijging (meestal)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheken

Einde van de theorie les

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies