Les 4 Geluk 249 - 254 v

• Burgerschap
• ISK

Les 4 Geluk 249

In deze les:

- Wat iemand gelukkig maakt verschilt per persoon. Het is voor iedereen anders.

- Als jij somber bent kan het helpen als iemand met je praat.

- Wat is een vertrouwenspersoon.

249

Voorbeeld.

Het verschilt per persoon wat iemand gelukkig maakt = 

Voor iedereen is je 'gelukkig voelen'  (GT) anders.

Les 4 Geluk 249

Gelukkig zijn.

- Wie wil gelukkig zijn? (zin 1)

- Wat maakt iemand gelukkig? (zin 2)

- Wanneer worden sommige mensen gelukkig? (zin 3)

- Wanneer voelen deze mensen zich minder gelukkig? (zin 4)

- Wat vinden andere mensen het juist als ze alleen zijn? (zin 5)

- Onder plaatje. Dus? (antw. GT)

Les 4 Geluk 250 a, b en c

Hier worden Nederlandse jongeren gelukkig van.

- Wat is de Nederlandse jeugd van Europa? (zin 1)

- Pia (16) 

- Waar wordt Pia gelukkig van? (zin 3)

- Met wie? (zin 4)

- Waar wordt Pia dan blij van? (zin 5) gezelligheid en vrolijkheid

- Wat doen ze dan?(zin 6 en 7) Niets speciaals en lekker kletsen. 

Les 4 Geluk 250 a

Wiebe (15)

- Waar luistert Wiebe graag naar? (zin 8 en 9). 2.46

- Wat vindt Wiebe van deze muziek en wat wordt hij hiervan? (zin 10/11) GT

- Wat vindt hij het nog meer? (zin 12)

Les 4 Geluk 250 a - b 

Hamid(15)

- Waar wordt Hamid gelukkig van? ( zin 13)

- Wat vergeet hij dan even? (zin 14)

b.  

Les 4 Geluk 250 a - b 

 c. Waarom zijn er veel jongeren gelukkig in Nederland?

250 c. Waarom zijn veel jongeren in Nederland gelukkig denk jij.

 251 d

d. Wat maakt jou gelukkig?

251 d. Wat maakt jou gelukkig?

251 e

e. Wat doe jij om anderen gelukkig te maken? GT

Wat doe jij om anderen gelukkig te maken?

Les 4 Geluk 251 tekst

Vertrouwenspersoon. (2.45)

vertrouwen  - persoon. GT

- Wat voelt iedereen zich wel eens? (zin 1) GT depressief. 0.30

- Wat is verstandig als je je een lange tijd ongelukkig voelt? (zin 2)

- Wat kun je dan bijvoorbeeld doen? (zin 3)

Les 4 Geluk 251

- Wat hebben de meeste scholen en bedrijven? (zin 4)

- Op de ISK is dat: mevrouw S. Kuijt - Berends 

- Wat kun je met een vertrouwenspersoon? (zin 5)

- Wat mag deze persoon niet? (zin 6)

- Waarmee kan een vertrouwenspersoon je helpen? (zin 7)

Les 4 Geluk 251

Praktijkschool de Watermolen.

- Waarmee kun je bij een vertrouwenspersoon terecht ( = kun je naar deze persoon toe)? (zin 1 en 2)

- Wat zijn een paar voorbeelden? (zin 3)

- Waar is het gesprek met een vertrouwenspersoon? (zin 4) GT

- Wat doet de vertrouwenspersoon dan? (zin 5)

- Hoe gaat de vertrouwenspersoon om met jouw probleem? (zin 6)

252 opdracht 2

Interview vragen 

252 opdracht 2 

Mondeling = we bespreken dit in de klas

Mondeling.

1. Wanneer ben jij gelukkig?

2. Bij welke mensen voel jij je gelukkig?

3. Welke dingen maken jouw somber? (GT)

4. Wat doe jij als je somber bent?

5. Wat zou jij doen als je langere tijd ongelukkig bent?

6. Wat zou je doen als een vriend(in) langere tijd ongelukkig is?

Les 4 Geluk 252 opdracht 3

3 a Wat betekent vertrouwen voor jou?

252 3a Wat betekent vertrouwen voor jou?
= Moeilijke vraag.

252 b. Wie vertrouw jij?

252 - 3a Wie vertrouw jij?

253 c.

Zou jij met een vertrouwenspersoon praten als jij je ongelukkig zou voelen?

Zou jij met een vertrouwenspersoon praten als jij je ongelukkig zou voelen?

ja

nee

misschien

253 d

d. strip. Wat is het probleem?

 

253 Wat is het probleem?

253 d

d. strip. Wat is het probleem?

Schrijf onder plaatje 4:

Waarom slaat Alwin Renée? 

254 e
Hoe kan de vertrouwenspersoon Renée helpen?

254 e

Hoe kan de vertrouwenspersoon Renée helpen? 

e. Antwoord GT

f. Maak een tekening.

Les 4 Geluk

Studiemeter deviant

morgen de toets?

ja

nee volgende week