Debatteren kun je leren

Welkom
Debatteren kun je leren


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Debatteren kun je leren


Slide 1 - Tekstslide

12 december 
  • Starten met een dilemma
  • Ballondebat
  • Goede argumenten herkennen

  •  Ballondebat 
  • Slotdebat voorbereiden



Slide 2 - Tekstslide

Dilemma

Slide 3 - Tekstslide

BALLONDEBAT
  1. VIJF VRIJWILLIGERS
  2. UITLEG 
  3. RONDE 1
  4. KIEZEN
  5. RONDE 2
  6. WINNAAR

Slide 4 - Tekstslide

Het ballondebat
Vrijwilliger: Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Enzo Knol, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)
Vrijwilliger: schrijf voor jezelf argumenten om waarom jij moet blijven leven.
5 BN'ers zitten in een luchtballon. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Slide 5 - Tekstslide

5 vrijwilligers 
Andere personages

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Even voorstellen: 

1
2
3
4

Slide 8 - Tekstslide

Ronde 1



Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten.

Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Tips en tops

Slide 11 - Tekstslide

Ronde 1: wie mag blijven?
(3 personen)

Slide 12 - Open vraag

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 
Bedenk goede argumenten waarom de andere BN'ers eruit moeten. 
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Tips en tops

Slide 15 - Tekstslide

Ronde 2:
Wie overtuigt het best?
A
1
B
2
C
3

Slide 16 - Quizvraag

Wie is de winnaar?

Slide 17 - Tekstslide

Een goed argument

Slide 18 - Woordweb

Trucjes voor argumenten
  • Feiten geven uit onderzoeken. 
  • Deskundigheid van jezelf of iemand anders noemen.  
  • Voorbeelden uit eigen ervaring 
  • Inspelen op de gevoelens van iemand anders.
  • Et cetera 

Slide 19 - Tekstslide

Feiten <-> gevoelens
Hoe herken je het verschil?

Slide 20 - Tekstslide

Openbaar vervoer moet gratis worden, want...
1. Onderzoek van het RIVM toont aan dat mensen dan eerder met OV dan met de auto gaan en dat is beter voor het milieu. 
2. Als elk uur 1000 auto´s minder op de A4 rijden, dan is het fileprobleem opgelost. 
3. Kinderen kunnen dan met OV i.p.v. met de fiets naar school. Je wilt toch niet het risico lopen dat je kind op de fiets een ongeluk krijgt onderweg naar school? 


Slide 21 - Tekstslide

Argument met feiten....
A
1
B
2
C
3
D
1 en 2

Slide 22 - Quizvraag

Argument dat inspeelt op gevoelens....
A
1
B
2
C
3
D
1 en 3

Slide 23 - Quizvraag

Verplaatsen in een ander
Waarom?

Geef steeds een argument voor en een argument tegen de stelling. 

Slide 24 - Tekstslide

Docenten Nederlands moeten wekelijks een uur voorlezen uit een boek van de leeslijst

Slide 25 - Open vraag

Muziek met vrouwonvriendelijke teksten mag niet meer gedraaid worden.

Slide 26 - Open vraag

Vrijdag 13 december 
Overtuigen/verkopen
Ballondebat 

Slide 27 - Tekstslide

Filmpje
Wat valt je op?
Wat vind je positief?
Wat neem jij mee als je straks gaat debatteren? 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Debatteren in groepjes
Welke afspraken maken we? 

Slide 30 - Tekstslide

Werkwijze
  • 3 groepen

 Voorzitter/tijdbewaker/jury: 2 leerlingen
 voorstanders: 2 leerlingen 
tegenstanders: 2 leerlingen 

Slide 31 - Tekstslide

Werkwijze 
  • Rollen verdelen
  • Voorbereiden (2min.) 
1. Opening voorstanders (1 min.)
2. Reactie tegenstanders (1 min.)
3. Reactie voorstanders (1 min.)
4. Afsluiting tegenstanders (1 min.) 
  • Jury kiest winnaar (na overleg). Met tips en tops.

Slide 32 - Tekstslide

Stelling 
Alle scholen in Nederland moeten worden beveiligd met detectiepoortjes. 

Als er nog tijd is, wissel van rollen en doe het nog eens met de volgende stelling: 
Als een leerling in quarantaine zit, moet diegene iedere dag door een klasgenoot gebeld worden. 

Slide 33 - Tekstslide