V3 WEEK 8 Chap. 3 (bron H) + luisteren

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)

Slide 2 - Tekstslide

Dernier cours ?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
  1. R Ik ken woorden die over het weer en de seizoenen gaan.
  2. T1 Ik kan een lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Chapitre 3
Tot nu toe.....

Grammaire: (p. 127)
1. Passé composé met onregelmatige werkwoorden (avoir, être, faire, prendre) EN être
2. Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Slide 6 - Tekstslide

Chapitre 5

Grammaire: (p. 43)
1. Het delend lidwoord
2. Het werkwoord 'venir'

Slide 7 - Tekstslide

PO + Vocabulaire
  • PO: Luistervaardigheid

  • Vocabulaire: t/m week 8 (in totaal 7 woordenlijst) FR-NL & NL-FR

Slide 8 - Tekstslide

la saison
l'été
l'automne
le printemps
l'hiver
le vent
la neige
le soleil
il y a du soleil
il y a du vent
il y a de la pluie
het seizoen
de zomer
de herfst
het voorjaar
de winter
de wind
de sneeuw
de zon
het is zonnig
het waait
het regent
week 4

Slide 9 - Tekstslide

Vul de woordjes in:

Slide 10 - Open vraag

Herhaling - Bron H


Ik kan het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.


Bron H af?

Slide 11 - Tekstslide

Maryam mange la glace à la fraise.

Slide 12 - Open vraag

Zakaria aime le footbal.

Slide 13 - Open vraag

Mon ami a regardé la télévision.

Slide 14 - Open vraag

Sara a gagné le jeu.

Slide 15 - Open vraag

Je vais chercher le sac.

Slide 16 - Open vraag

Elle va apprendre le français.

Slide 17 - Open vraag

Marwa va manger les fruits.

Slide 18 - Open vraag

Chapitre 5

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
1. R Ik ken woorden die met eten en drinken te maken hebben.
2. T2 Ik kan een gesprek over eten en drinken begrijpen.

Slide 20 - Tekstslide

déjeuner
manger / boire
la boisson
commander
je voudrais
le repas
l'entrée
le plat (du jour)
(à) midi
j'ai faim / soif
lunchen
eten / drinken
het drankje
bestellen
ik wil graag
de maaltijd
het voorgerecht
het gerecht / de daghap
(om) 12.00 uur 's middags
ik heb honger / dorst
week 5

Slide 21 - Tekstslide

Écouter A - chapitre 5
Au travail!

Slide 22 - Tekstslide

Écouter A 
Exercices
p.12-15:


Slide 23 - Tekstslide

Les devoirs pour le prochain cours...
Grandes Lignes:

  • Exercices boek B: Bron B - Lire 9, 10ab, 11 (blz. 16-19)
  • Apprendre vocabulaire: semaine 5


Slide 24 - Tekstslide

Evaluatie
Noem 'deux mots' die je hebt onthouden uit de les.

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 26 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Open vraag