Interactievaardigheden

Communicatie 
Interactievaardigheden 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Communicatie 
Interactievaardigheden 

Slide 1 - Tekstslide

Wat vind jij belangrijk in de interactie met een kind en waarom? 

Slide 2 - Tekstslide

Interactievaardigheid 4
  • Theorie
  • Praten en uitleggen
  • Opdracht : lees H4 t/m 4.4

Slide 3 - Tekstslide

Interactie:= wisselwerking 

Interactievaardigheden:
De vaardigheden die een pedagogisch medewerker toepast tijdens de communicatie met kinderen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kun je je interactie 'taalrijk' maken?

Slide 5 - Open vraag

praten en uitleggen

Slide 6 - Woordweb

Waarom is praten met kinderen belangrijk?

Slide 7 - Open vraag

Hoe ontwikkelen kinderen taal?

Slide 8 - Open vraag

Volgens verschillende wetenschappers is er sprake van een ‘kritieke periode’ tijdens de taalontwikkeling. Wat houdt dit precies in?

Slide 9 - Open vraag

Mijlpalen Taalontwikkeling

Slide 10 - Woordweb

  Waarom interactie vaardigheden? 
                                      


De zes interactievaardigheden helpen je om op een goede manier te reageren op boodschappen van kinderen. Door de vaardigheden toe te passen, voelen kinderen zich gehoord en gezien. Ze voelen zich veilig binnen de groep. Ook weten ze wat er van hen wordt verwacht.

Basis houding van de Pm-er:  
- Kinderen het gevoel geven van veiligheid waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen.  

Slide 11 - Tekstslide

6 interactievaardigheden
Je kunt in twee groepen de interactievaardigheden onderscheiden: 
Basale interactievaardigheden (vormen de basis) 
1. Sensitieve responsiviteit (emotionele steun): is PM- er een veilige  basis of haven voor kinderen?
2. Respecteren van autonomie (erkenning): heeft PM-er oog voor het kind. Bv. Bij jonge kinderen is het belangrijk dat je aangeeft wat je gaat doen en hun een ook keuze laat bieden. 
3. Structureren en grenzen stellen (duidelijkheid): regels opstellen waar leerlingen zich aan kunnen houden

Slide 12 - Tekstslide

6 interactievaardigheden 
Educatieve interactievaardigheden (leren)
4. Praten en uitleggen (benoemen): de Pm-er benoemt wat ze doet en wat er gebeurt. Het afstemmen van verbaal-non verbale communicatie met het kind.
5. Ontwikkelingsstimulering (vergroten van kennis en vaardigheden): motorische stimulering, cognitieve en creatieve stimulering. Ontwikkeling stimuleren op een manier die bij het kind past. 
6. Begeleiden van onderlinge interactie (veilig en vertrouwd voelen): hoe leer je kinderen om met andere kinderen in de groep om te gaan.  

Slide 13 - Tekstslide

Film: 
Schrijf de namen op van de interactievaardigheden die in het filmpje genoemd worden+ korte betekenis.  

------------------> 5.55-9.20 min 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Belang van interactievaardigheden
Voor het welzijn en sociaal emotioneel functioneren van de kinderen. 

Je stimuleert de kinderen in hun brede ontwikkeling
Brede ontwikkeling: Persoonlijke groei van een kind op meerdere ontwikkelingsgebieden tegelijk. 

Helpen om steeds een stapje verder te komen in hun ontwikkeling: de zone van naaste ontwikkeling

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Opdracht 
Zelfstandig :
  • Beschrijf  de zes verschillende interactievaardigheden. Gebruik eventueel je boek voor de theorie.
 1. Wat houden de vaardigheden in?
2. 
Noteer van de zes interactievaardigheden minimaal 2 acties/gedrag  die jij kunt inzetten als Pedagogische medewerker / Onderwijsassistent.




D Dit is examenstof, dus belangrijk dat je het begrijpt en op een rijtje hebt. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide