In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Van een bepaald artikel stijgt de productie van 10.000 naar 15.000 stuks. De CK blijven gelijk. De VK per stuk nemen af met € 3 per artikel. Het verloop van de TVK is dan:
A
Degressief
B
Progressief
C
Proportioneel
D
Regressief
Slide 12 - Quizvraag
Bij de productie van een bepaald product zijn de variabele kosten per eenheid product constant. De totale vaste kosten zijn per periode constante. Bij de uitbreiding van de productie binnen de productiecapaciteit op korte termijn zullen
A
de GTK constant blijven
B
de TK toenemen
C
de GTK dalen
D
de GVK niet veranderen
Slide 13 - Quizvraag
Het Friteshuijs heeft een factuur van €65.430 betaald incl. 21%btw. Ook heeft hij een factuur betaald waarbij hij €909 btw heeft betaald. Zijn omzet incl. btw 9% btw was €13.952. Bereken hoeveel euro het Friteshuijs per saldo moest afdragen/terugvorderen aan btw van de Belastingdienst.
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Van een onderneming zijn de volgende functies bekend: TO =140q TK = 60q+1.800.000 Bereken de Break even OMZET
Slide 19 - Open vraag
Hoe noemen we het kostenverloop te zien in de grafiek?
A
Recht evenredig
B
Progressief
C
Degressief
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Voor een bedrijf gelden de volgende functies; TK = 01,q^2+3000 en TO = 40q Bereken bij welke afzet maximale winst wordt behaald.
Slide 26 - Open vraag
Neem de grafiek over en arceer de winst bij maximale winst.
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
1. Als de aanbieders van een bepaald product te maken krijgen met hogere energiekosten, is er sprake van een verschuiving langs de aanbodcurve. 2. De verkoopbereidheid van een aanbieder is gelijk aan de verkoopprijs plus het producentensurplus. 3. Een aanbieder die naar maximale winst streeft, kan zijn marginalekostenlijn voor over deze boven de GTK ligt als aanbodlijn beschouwen.
A
1 en 3 zijn onjuist, 2 is juist
B
1 en 2 zijn onjuist, 3 is juist
C
Zowel 1,2 als 3 is onjuist
D
2 en 3 zijn onjuist, 1 is juist
Slide 34 - Quizvraag
De aanbodfunctie verandert van qa = 100p-20.000 naar qa = 100p - 10.000 Bereken de procentuele veranderingv van qa bij p = 300