In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 75 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Pak je boek erbij!
Ga naar blz 36-37
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Hoe betaal jij meestal?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Welke munten en bankbiljetten zijn er?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Om welke vorm van geld gaat het hier? Kies giraal of chartaal
Sleep het begrip naar de juiste zin.
Je koopt een hoesje voor je Ipad. Bij de kassa betaal je met muntgeld € 15.
Dahli koopt online een paar nieuwe sieraden.
Leon koopt een cadeautje. Hij betaalt met een briefje van dertig euro.
Een vriend van Ruben koopt een nieuwe game in de Playstation store. Hij betaalt met iDeal.
Evy baalt, ze heeft nog maar € 2 op haar bankrekening staan.
niet gebruikt
Chartaal
Giraal
Giraal
Giraal
Chartaal
Chartaal
Slide 14 - Sleepvraag
Je brengt je verjaardagsgeld naar de bank om op je betaalrekening te zetten, wat gebeurt er met de geldsoorten?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Ga maken!
opdracht 1, 2 en 3 (blz 38)
timer
1:00
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Piet heeft op 31 januari €550,- op zijn rekening staan. Hij heeft op 4 januari een tafel gekocht van €250,-. Op 20 januari heeft hij zijn loon gekregen (€300,-) Wat was zijn saldo op 1 januari?
Slide 20 - Open vraag
Ga maken!
4, 5 en 6
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Is dit directe ruil of indirecte ruil?
Indirecte ruil
Directe ruil
je koopt een nieuwe telefoon. Je betaalt hem meteen.
Je vader koopt op marktplaats een auto. Hij betaalt he via de bank.
Je krijgt van je vriend een fiets en geeft hem er een PlayStation voor terug.
Slide 25 - Sleepvraag
Sleep de plaatjes naar de juiste vakkken.
Directe ruil
Indirecte ruil
Slide 26 - Sleepvraag
Ga maken!
7, 8 en 8
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Welke elektronische betaalmiddelen ken je allemaal?