Bereid in twee- of drietallen een rollenspel voor dat zich bijvoorbeeld afspeelt in het taaldorp of tijdens de wintersport. Denk aan:
uit eten, ski's huren, een treinkaartje kopen, toeristeninfo, aangifte doen
Combineer eventueel situaties.
Verwerk in ieder geval de onderstaande werkwoorden:
schlafen - fahren - laufen - tragen - einladen (uitnodigen/trakteren) a > ä
lesen - sehen e > ie
essen - sprechen e > i
Jullie krijgen 15 minuten de tijd om een gesprek te maken.
Dan doen enkele tweetallen hun gesprekje voor de klas.