H3 NK PW 3 Wiederholung I

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Willkommen Havo 3

Woche 9 - Stunde 1

Wiederholung

Heute

Am Ende dieser Stunde ...

• ... weiß ich was ich für PTO3 lernen muss.
• ... kann ich kurze Sätze schreiben.
• ... kann ich die (meisten) Wörter von Kapitel 4 korrekt benutzen.

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Übersicht PTO 3 Deutsch

1) Neue Kontakte, Kapitel 4

• Lernliste N-D, Seite 48 (werkboek B)
• Grammatik A + B, Seite 50
• Sprachmittel, Seite 51

• Op papier
• Geen woordenboek Duits toegestaan (eigen taal/Nederlands/Engels = ok).

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Wiederholung

Zullen we een fietstocht doen?

• Wollen wir eine Radtour machen?

Heb je voor het weekend al plannen?

• Hast du am Wochenende schon was vor?

Heb je zin om met mij in de vakantie naar Parijs te gaan?

• Hast du Lust mit mir in den Ferien nach Paris zu gehen?

Ik zou liever thuis blijven.

• Ich würde lieber zu Hause bleiben.

Waar spreken we met elkaar af?

• Wo treffen wir uns?

der-Gruppe

	m	v	o	mv
1	der Mann	die Frau	das Kind	die Kinder
3	dem Mann	der Frau	dem Kind	den Kinder n
4	den Mann	die Frau	das Kind	die Kinder

EIN-Gruppe

	m	v	o	mv
1	ein Mann	ein e Frau	ein Kind	kein e Kinder
3	ein e m Mann	ein er Frau	ein em Kind	kein en Kinder n
4	ein en Mann	ein e Frau	ein Kind	kein e Kinder

EIN-Gruppe

De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgangen als ein(e) en keine(e).

Voorzetsels 3e naamval

Je leert dat na deze voorzetsels de woorden uit de der-groep en de ein-groep veranderen.

aus

bei

mit

nach

seit

von

zu

uit

bij

met

na / naar

sinds

van

naar (personen)

Voorzetsels 4e naamval

Er zijn ook voorzetsels die bij mannelijke woorden de woorden uit de der-groep en de ein-groep veranderen.

bis

durch

für

gegen

ohne

um

tot

door

voor

tegen

zonder

om

Übung macht den Meister!

Profielkeuzeformulier

Aufgabe 1, Seite 132

1. der, dem, den
   
2. die, der, die
   
3. das, dem, das
   
4. die, den, die

Profielkeuzeformulier

Aufgabe 3, Seite 133

1. die
2. die
3. Die
4. der
5. Das
6. den
7. dem
8. der

Liegt da Wasser unter d............. Bett (o)?

Der Ball rollte unter d...... Auto (o).

Ich hänge meine Jacke um d..... Haken. (m)

Ich komme in ein...... Stunde. (v)

Er redet nicht ohne sein...... Freunde (mv).

Die Kinder spielen bei ihr....... Nachbarn. (m)

Hausaufgaben

Voor de PTO leren!