SE5 - Weer en klimaat - Les 9: C2 + C3 Tornado's en Hazardmanagement

4 MAVO
Casussen
Weer en klimaat
Casus 2 + 3
Tornado's/Hazardmanagement
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 MAVO
Casussen
Weer en klimaat
Casus 2 + 3
Tornado's/Hazardmanagement
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?


Herhaling C1: Orkanen
Afronding C2 + C3: Tornado's & Hazardmanagement


Slide 2 - Tekstslide

LESDOELEN C1
Weer en klimaat - C1: Orkanen
  1. Je kan uitleggen hoe een orkaan ontstaat.
  2. Je kan drie andere benamingen voor een orkaan noemen.
  3. Je kan de verspreidingsgebieden van orkanen noemen.
  4. Je kan de verspreidingsgebieden van orkanen verklaren.
  5. Je kan het verschil noemen tussen een tropische storm en een orkaan.

CHECK: Oefen examenvragen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

ORKAAN
  1. Zeewater minimaal 26,5.
  2. Warme, vochtige lucht stijgt op en condenseert. --> WOLKEN
  3. Bij het condenseren stijgt lucht extra snel op. 
  4. Lucht wordt van alle kanten aangezogen door de lage druk.
  5. De aangezogen lucht gaat draaien.

Slide 11 - Tekstslide

ORKAAN
  • Doorsnede: 500 tot 1.500km 
  • Oog: Windstil + 30 tot 50km
  • Windsnelheid tot 250km p.u.

Heftige storm in Nederland is max 100km p.u.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Katrina (2005): 
1.835 doden, meer dan 80 miljard euro schade

Slide 14 - Tekstslide

Je kan het verschil noemen tussen een tropische storm en een orkaan.

Slide 15 - Tekstslide

LESDOELEN VANDAAG
Weer en klimaat - C2: Tornado's
  1. Je kan uitleggen hoe een tornado ontstaat.
  2. Je kan de verspreidingsgebieden van tornado's noemen.
  3. Je kan de verspreidingsgebieden van tornado's verklaren.
  4. Je kan 4 verschillen noemen tussen orkanen en tornado's.
Weer en klimaat - C3: Rampenbestrijding
  1. Je kan 3 onderdelen van hazardmanagement beschrijven.
  2. Je kan het begrip risicoperceptie in eigen woorden uitleggen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een tornado en hoe ontstaat zo'n tornado?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Hoe ziet de V.S. in elkaar 
op de kaart?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hoe ontstaat een tornado?
  1. Botsing tussen twee of meer verschillende luchtsoorten.
  2. Enorme temperatuurverschillen zorgen snel stijgende lucht.
  3. Op de grond ontstaat een lagedrukgebied.
  4. Lucht gaat draaien en er ontstaat een slurf.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Verspreidingsgebieden

Slide 27 - Tekstslide

Je kan 4 verschillen noemen tussen orkanen en tornado's.
Open je boek op pagina 40-43 en beantwoord het lesdoel in je schrift:
  1.  
  2.  
  3.  
  4.  

Slide 28 - Tekstslide

C3: RAMPENBESTRIJDING

Slide 29 - Tekstslide

DE REST VAN DE LES
Weer en klimaat - C2: Tornado's
  1. Je kan uitleggen hoe een tornado ontstaat.
  2. Je kan de verspreidingsgebieden van tornado's noemen.
  3. Je kan de verspreidingsgebieden van tornado's verklaren.
  4. Je kan 4 verschillen noemen tussen orkanen en tornado's.
Weer en klimaat - C3: Rampenbestrijding (LEES C.3 OP P.44-45)
  1. Je kan 3 onderdelen van hazardmanagement beschrijven.
  2. Je kan het begrip risicoperceptie in eigen woorden uitleggen.
Dit is ook het huiswerk voor de volgende les.

Slide 30 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school.

Slide 31 - Tekstslide

SE BESPREKING


NIETS OP TAFEL
Behalve een potlood
Al helemaal geen telefoon

Vul 1 t/m 5 alvast in

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

SE BESPREKEN
Absoluut geen telefoons -- VOORIN INLEVEREN
  • Je ontvangt een evaluatieformulier -> Vul 1 t/m 5 alvast in (voorkant)
  • Nu ontvang je de toets -> Tel je punten na
We bespreken de hele toets samen
  • Kijk goed naar wat je per vraag fout hebt gedaan en hoe je dit kunt voorkomen
  • Gebruik hiervoor vraag 6 van het evaluatieformulier
Na de toets
  • Bespreek met je buurman of buurvrouw hoe je het de volgende keer beter kunt doen

Het inhaal SE lijkt enorm op dit SE, check dus écht goed wat je fout gedaan hebt en waar je je op moet focussen.

Slide 35 - Tekstslide