SE5 - Weer en klimaat - Les 8: C1 Orkanen

4 MAVO
Casussen
Weer en klimaat
Casus 1
Orkanen
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 MAVO
Casussen
Weer en klimaat
Casus 1
Orkanen
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling: C3: Watermanagement
Les over C1: Orkanen

Morgen bespreken we het SE

Slide 2 - Tekstslide

LESDOELEN WATER CASUS
Paragraaf C.3: Watermanagement
  • Je kan in eigen woorden uitleggen water watermanagement is.
  • Je kan uitleggen hoe oppervlakte-irrigatie en beregening kunnen leiden tot verzilting.
  • Je kan uitleggen hoe de aanleg van een stuwdam of het gebruik van veel rivierwater voor irrigatie kan leiden tot verzilting.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Watermanagement in het Midden-Oosten
Hoe ga je zo zuinig om met het water?
  • Minder verspilling bij irrigatie
  • Andere gewassen verbouwen
  • Hergebruik van water
Hoe komen bewoners aan water?
  • Grote stuwdammen
  • Ontziltingsinstallaties

Slide 6 - Tekstslide

Je kan uitleggen hoe oppervlakte-irrigatie en beregening kunnen leiden tot verzilting.

Er gaat veel water verloren bij dit proces in verhouding met druppelirrigatie.

Je benut hiermee niet al het beschikbare water.

Slide 7 - Tekstslide

LESDOELEN
Weer en klimaat - C1: Orkanen
  1. Je kan uitleggen hoe een orkaan ontstaat.
  2. Je kan drie andere benamingen voor een orkaan noemen.
  3. Je kan de verspreidingsgebieden van orkanen noemen.
  4. Je kan de verspreidingsgebieden van orkanen verklaren.
  5. Je kan het verschil noemen tussen een tropische storm en een orkaan.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het nieuws in 2017

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

ORKAAN
  1. Zeewater minimaal 26,5.
  2. Warme, vochtige lucht stijgt op en condenseert. --> WOLKEN
  3. Bij het condenseren stijgt lucht extra snel op. 
  4. Lucht wordt van alle kanten aangezogen door de lage druk.
  5. De aangezogen lucht gaat draaien.

Slide 17 - Tekstslide

ORKAAN
  • Doorsnede: 500 tot 1.500km 
  • Oog: Windstil + 30 tot 50km
  • Windsnelheid tot 250km p.u.

Heftige storm in Nederland is max 100km p.u.

Slide 18 - Tekstslide

Andere benamingen --> Neem over

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Katrina (2005): 
1.835 doden, meer dan 80 miljard euro schade

Slide 21 - Tekstslide

Hurricane facts
  1. Extreme lagedrukgebieden
  2. Tropische stormen met wind harder dan 12 op schaal van Beaufort.
  3. Schade niet alleen door windkracht, maar ook door overstromingen (regenval en hoge golven).
  4. Vooral in zuidoosten V.S. door warm zeewater.

Slide 22 - Tekstslide

Je kan het verschil noemen tussen een tropische storm en een orkaan.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

WERK UIT EN LEVER IN
OPEN: Weer en klimaat - C1: Orkanen + C2: Tornado's
  1. Je kan uitleggen hoe een tornado ontstaat.
  2. Je kan de verspreidingsgebieden van tornado's noemen.
  3. Je kan de verspreidingsgebieden van tornado's verklaren.
  4. Je kan 4 verschillen noemen tussen orkanen en tornado's.

Zorg dat je dit uitwerkt en het verschil kunt uitleggen tussen een orkaan en tornado.

Slide 25 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m donderdag

Slide 26 - Tekstslide

SE BESPREKING


NIETS OP TAFEL
Behalve een potlood

Telefoons lever je voorin in

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

SE BESPREKEN
Absoluut geen telefoons -- VOORIN INLEVEREN
  • Je ontvangt een evaluatieformulier -> Vul 1 t/m 5 alvast in (voorkant)
  • Nu ontvang je de toets -> Tel je punten na
We bespreken de hele toets samen
  • Kijk goed naar wat je per vraag fout hebt gedaan en hoe je dit kunt voorkomen
  • Gebruik hiervoor vraag 6 van het evaluatieformulier
Na de toets
  • Bespreek met je buurman of buurvrouw hoe je het de volgende keer beter kunt doen

Het inhaal SE lijkt enorm op dit SE, check dus écht goed wat je fout gedaan hebt en waar je je op moet focussen.

Slide 30 - Tekstslide