Regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd

Van A tot zin  Hoofdstuk 3.1
Regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Van A tot zin  Hoofdstuk 3.1
Regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd

Slide 1 - Tekstslide

Dit gaan we doen:
-  Wat weet je al?
Uitleg
Oefenen op papier
- Samen


Slide 2 - Tekstslide

Svitlana ...... (rijden) naar de stad

Slide 3 - Open vraag

.......... (vinden) jij het leuk om te shoppen?

Slide 4 - Open vraag

Volodymyr ............... (zoeken) zijn tas.

Slide 5 - Open vraag

Zij ............. (weten) meer dan wij.

Slide 6 - Open vraag

Mariia ............ (redden) de poes uit de boom.

Slide 7 - Open vraag

Liudmyla en Nataliia ........... (lopen) buiten.

Slide 8 - Open vraag

Gennadii .............. (kijken) graag televisie.

Slide 9 - Open vraag

Maryna .............. (luisteren) naar Yana.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

WONEN
Wat is de ik-vorm?

Slide 15 - Open vraag

GEVEN
Wat is de ik-vorm?

Slide 16 - Open vraag

PAKKEN
Wat is de ik-vorm?

Slide 17 - Open vraag

LEZEN
Wat is de ik-vorm?

Slide 18 - Open vraag

Drink jij thee?
Ja, ..................................................

Slide 19 - Open vraag

Typt zij een woord?
Ja, ...................................................................

Slide 20 - Open vraag

Sporten jullie veel?
Ja, ..........................................................

Slide 21 - Open vraag

Bakt Mohamad een taart?
Ja, .......................................................

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Heb jij goed gewerkt?
Ja, ..........................................................
Nee, ......................................................

Slide 24 - Open vraag