Les 10 - Genotsmiddelen hoofdstuk 7

Mens en Gezondheid
Hoofdstuk 7 - Genotsmiddelen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Mens en Gezondheid
Hoofdstuk 7 - Genotsmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstellingen

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:


- de risico's van het gebruik van genotsmiddelen.
- je weet waar je terecht kan voor hulp.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een genotsmiddel?


Genotsmiddelen:
middelen die je geest of lichaam stimuleren. Hieronder vallen tabak, hard- en softdrugs en alcohol.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn genotsmiddelen?
Het zijn stoffen die door mensen worden gebruikt om zich beter te voelen.





Willem voor koffie ---------------------------------> Willem na koffie
Wat zijn middelen die jij pakt om je beter te voelen?

Slide 4 - Tekstslide

Genot komt van genieten. 
Genotsmiddelen

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke genotsmiddelen zijn er?
  • Cannabis (wiet)
  • Alcohol
  • Tabak (sigaretten, sigaren)
  • Cafeïne (koffie, energie drank)
  • XTC
  • Morfine (slaapmiddelen)
  • Paddo's 
  • LSD
  • Heroïne 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roken
Roken heeft een slechte invloed op je gezondheid, de kans op longkanker en hart- en vaatziekten wordt groter.

Wanneer moeders roken tijdens hun zwangerschap, lopen kinderen meer kans op gezondheidsproblemen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdracht 7.1 blz. 72
Opdracht F overslaan (geen poster)


timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol 


Voor jongeren is alcohol extra schadelijk, omdat alcohol de ontwikkeling van je hersenen (die veranderen tot je 24 bent nog volop) verstoort. Je kunt je hersenen zelfs onherstelbaar beschadigen.

Van alcohol kun je vrolijk worden, maar sommige mensen worden er ook heel vervelend van.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het aantal bingedrinkers onder jongens is ……

A
gelijk gelijk aan het aantal onder meisjes
B
2 keer zoveel dan het aantal meisjes.
C
4 keer zoveel dan het aantal meisjes.
D
3 keer zoveel dan het aantal meisjes.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ouders die op het terras een
een alcoholisch drankje kopen voor hun minderjarig kind, moeten een boete krijgen.

A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wist je en datjes...
  • Veel drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen en lever.
  • alcohol wordt in de lever afgebroken
  • per glas duur het afbreken ongeveer 1,5 uur
  • gevolgen vooral erg als je jong bent(je bent nog in de groei)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de gevolgen van alcohol
Alcohol komt in je bloed en gaat via het bloed naar de hersenen en andere organen.

 Aangeschoten > je hoort, ziet, reageert en beweegt minder goed 
 Dronken > zien, horen, bewegen en reageren gaan nog slechter. 
 Alcohol vergiftiging > je hersenen vallen uit

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol 

Komt na gebruik in het bloed terecht en komt zo overal in het lichaam!
Lever breekt het af, komt via de nieren in de urine terecht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harddrugs
Overheid verbiedt harddrugs vanwege de grote risico’s m.b.t. gezondheid en verslaving. Voorbeelden: XTC, cocaïne, speed en GHB.

Het is niet altijd duidelijk wat er in de drugs zit omdat ze in een lab worden gemaakt.

Gebruikers hebben grote kans op verslaving, psychoses, dood door overdosering, hartkloppingen en hartaanvallen, beroertes en coma.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Softdrugs

Minder schadelijk voor je gezondheid dan harddrugs. Voorbeelden zijn cannabisproducten als wiet en hasj, in Nederland verkrijgbaar bij de coffeeshop.

Van het gebruik word je high of stoned, hasj en wiet kunnen voor een ontspannen, vrolijk voelen en je lichaam kan zwaar aanvoelen.
Hasj en wiet hebben negatieve effecten op iemands concentratie, reactievermogen en korte termijn geheugen.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Test je kennis over Hasj en Wiet
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je van de test geleerd dat je eerder nog niet wist?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruiken mensen?
Drugs, alcohol en tabak vallen dus onder genotsmiddelen. 
Alle soorten hebben hun eigen invloed. 

Stimulerend (uppers)
Bij deze middelen krijgt de gebruiker het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. De ademhaling en hartslag verhogen, de bloeddruk stijgt en de spieren spannen zich aan. Voorbeelden: cocaïne en amfetamine maar ook tabak en koffie. Stimulerende middelen worden soms ook wel ‘uppers’ genoemd.
Verdovend (downers)
Hierbij komt de gebruiker in een slaperige roes. Verdovende middelen hebben een kalmerende en ontspannende werking. De gebruiker kan in een slaperige roes komen. De ademhaling en hartslag worden langzamer en spieren ontspannen. Voorbeelden: heroïne en andere opiaten, ghb, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Verdovende middelen worden soms ook wel ‘downers’ genoemd
Veranderend van bewustzijn (trippers)
De gebruiker van deze middelen gaat de wereld (heel) anders zien en beleven doordat deze middelen het bewustzijn tijdelijk veranderen. Voorbeelden: LSD, hasj en wiet, paddo’s. Bewustzijnsveranderende middelen worden soms ook wel ‘trippers’ of ‘tripmiddelen’ genoemd.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het een Verslaving
Wanneer de gebruiker de controle over het gebruik verliest.

Kenmerk: is dat zij echt niet zonder kunnen en aan niets anders kunnen denken dan de verslaving en dat het dagelijks lever er onder lijdt

Gevolg: Slechte gezondheid, schulden,....

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Risico van genotsmiddelen 

Promille (‰)
Dinsdagdip/kater
Verslaafd zijn
Afkicken, AA/NA groep



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komt vrij bij gebruik van een bepaald drugs. 
Gelukshormoon
Anonieme Alcoholisten
Genotsmiddelen
 Narcotics Anonymous
XTC
Alcohol
Serotonine
AA
Zweten, trillen, in paniek raken of onrustig zijn, zijn klachten tijdens:
NA 
Ontwenningsverschijnselen
Dinsdagdip

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je last van krijgen als je last hebt van de dinsdagdip?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel promille mag ik op hebben als ik nog ga rijden.
A
0,2‰
B
0,5‰
C
1‰
D
1,2‰

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is jou leefstijl verantwoord?
Energiedrankjes zorgen voor een oppeppende werking,
maar niet voor meer energie. Een energiedrank is een
frisdrank met veel suiker en calorieën. 

Het wordt afgeraden energiedranken te drinken voor of tijdens
het sporten, je kunt er van uitdrogen. In de meeste blikjes
zit evenveel cafeïne als in een gemiddeld kopje filterkoffie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkoop van energiedrankjes aan jongeren onder de 18 jaar moet verboden worden.
JA
NEE

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Op de blikjes moeten afschrikwekkende foto’s komen met de gevolgen van het drinken van energiedrankjes.
JA
NEE

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lachgas
Lachgas is een kleur- en geurloos gas en de werkzame stof is di-stikstofmonoxide (N2O). ... 
Daarnaast wordt lachgas ook gebruikt als drijfgas voor slagroomspuiten. Lachgas in ballonnen valt (nu nog) onder de Warenwet, maar er is een wetgeving in de maak om recreatief gebruik te verbieden.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is XTC een harddrug of een softdrug?

A
Harddrug
B
Softdrug

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel jongeren blowen onder schooltijd?

A
5%
B
15%
C
50%
D
25%

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 7 
Maak de opdrachten van hoofdstuk 7 blz.249
timer
1:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaartspel alcohol/drugs
Maak 2 groepjes
Je krijgt een stapeltje kaarten van de docent.

1. De jongste speler pakt als eerst een kaart van de stapel. Die voert de opdracht of vraag uit voor de persoon aan de linkerzijde.

2. Als het antwoord juist is voer je de actie op het kaartje uit. Is het antwoord fout dan leg je de kaart op de weglegstapel.

3. De leerlingen die als eerst 4 kaarten heeft met dezelfde kleuren heeft het gewonnen. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies