M & G H7 Genotsmiddelen

H 7 Genotsmiddelen
  • Je leert wat de risico's van genotsmiddelen zijn
  • Waar je terecht kan voor informatie en hulp
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H 7 Genotsmiddelen
  • Je leert wat de risico's van genotsmiddelen zijn
  • Waar je terecht kan voor informatie en hulp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn genotsmiddelen?
Het zijn stoffen die door mensen worden gebruikt om zich beter te voelen.





Willem voor koffie ---------------------------------> Willem na koffie
Wat zijn middelen die jij pakt om je beter te voelen?

Slide 2 - Tekstslide

Genot komt van genieten. 
Noem zoveel mogelijk genotsmiddelen

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn genotsmiddelen?

A
alcohol, sigaretten, disco, hard drugs en chocolade
B
alcohol, sigaretten, joints, limonade, cocaïne of GHB
C
alcohol, sigaretten, joint, cocaine, suiker, cola en GHB

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten genotmiddelen en hun werking
Drugs, alcohol en tabak vallen dus onder genotsmiddelen. 
Alle soorten hebben hun eigen invloed. 

Stimulerend (uppers)
Bij deze middelen krijgt de gebruiker het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. De ademhaling en hartslag verhogen, de bloeddruk stijgt en de spieren spannen zich aan. Voorbeelden: cocaïne en amfetamine maar ook tabak en koffie. Stimulerende middelen worden soms ook wel ‘uppers’ genoemd.
Verdovend (downers)
Hierbij komt de gebruiker in een slaperige roes. Verdovende middelen hebben een kalmerende en ontspannende werking. De gebruiker kan in een slaperige roes komen. De ademhaling en hartslag worden langzamer en spieren ontspannen. Voorbeelden: heroïne en andere opiaten, ghb, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Verdovende middelen worden soms ook wel ‘downers’ genoemd
Veranderend van bewustzijn (trippers)
De gebruiker van deze middelen gaat de wereld (heel) anders zien en beleven doordat deze middelen het bewustzijn tijdelijk veranderen. Voorbeelden: LSD, hasj en wiet, paddo’s. Bewustzijnsveranderende middelen worden soms ook wel ‘trippers’ of ‘tripmiddelen’ genoemd.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drink je wel eens alcohol?
ja, heel soms
nee, nooit

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol is een soft drug
Waar
Niet waar

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rook je?
ja
nee
soms

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij verslaving is er sprake van
A
Geestelijke afhankelijkheid
B
Lichamelijke afhankelijkheid
C
Gewenning
D
Altijd alle drie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het een Verslaving
Wanneer de gebruiker de controle over het gebruik verliest.
Kenmerk: is dat zij echt niet zonder kunnen en aan niets anders kunnen denken dan de verslaving en dat het dagelijks lever er onder lijdt
Gevolg: Slechte gezondheid, schulden, .....

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

hard drugs
softdrugs
wiet
lsd
alcohol
heroine
cocaïne
lachgas
xtc
 benzodiazepinen
paddo's

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij …………………………………………………………… afhankelijkheid verlangt de gebruiker

steeds meer naar de drugs en voelt zich eigenlijk niet meer prettig zonder.
 
Xtc is een ……………………………………………………………

Wiet is een …………………………………………………………
In de Opiumwet staat dat bezit, handel en productie van drugs

………………………………………………………… strafbaar is.

geestelijke
lichamelijke
harddrugs
softdrugs
harddrugs
softdrugs
niet
wel

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deel de drugs in volgens de indeling 'soft- en harddrugs' 
SOFTDRUGS
HARDDRUGS

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drink je wel eens energy drankjes?
ja, elke dag
soms
nooit

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies