Unit 2 - Catch up (New Interface 2 BK)

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kies much of many:
comments
A
much
B
many

Slide 3 - Quizvraag

Kies much of many:
water
A
much
B
many

Slide 4 - Quizvraag

Kies much of many:
smoke
A
much
B
many

Slide 5 - Quizvraag

Kies much of many:
airports
A
much
B
many

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Vul de verleden tijd van 'be' in:
... you ill last week?

Slide 8 - Open vraag

Vul de verleden tijd van 'be' in:
We ... (not) at home yesterday when you called. Sorry!

Slide 9 - Open vraag

Vul de verleden tijd van 'be' in:
I ... with him at the hospital all day.

Slide 10 - Open vraag

Vul de verleden tijd van 'be' in:
... it a dog or a wolf that you saw in the forest?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Vul de verleden tijd in:
Our teacher ... (explain) the maths problem again.

Slide 13 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
The weather forecast ... (seem) bad, but it was sunny all day.

Slide 14 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
Hello, I ... (ask) you a question.

Slide 15 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
Jeremy ... (phone) Eddie to say he was sorry.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Vul de verleden tijd in:
My grandmother ... (have) ten brothers and sisters.

Slide 18 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
You ... (see) a man climbing through a window?

Slide 19 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
The tiger ... (come) out of the forest, but it wasn't wild at all.

Slide 20 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
He ... (say) he could do it, but he could not.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Maak vragend:
He explained the problem.

Slide 23 - Open vraag

Maak vragend:
The monkey climbed up.

Slide 24 - Open vraag

Maak ontkennend:
I asked a question.

Slide 25 - Open vraag

Maak ontkennend:
It happened so fast.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Kies het juiste antwoord:
Today is ... (onze) birthday.
A
our
B
ours

Slide 28 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
These are her slippers. They're ... (van haar).
A
her
B
hers

Slide 29 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
That is my photo. It's ... (van mij).
A
my
B
mine

Slide 30 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
These are ... (jullie) presents.
A
your
B
yours

Slide 31 - Quizvraag