Herhaling 2.1 en 2.2

Terugblik 2.1 Koers en kaart
  • Windroos
  • Koers
  • Schaal
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Terugblik 2.1 Koers en kaart
  • Windroos
  • Koers
  • Schaal

Slide 1 - Tekstslide

Koers en kaart
  • Welke windrichtingen kennen we?
  • Deze zie je ook op de koershoekmeter.
  • Hoeveel graden is N(oord)?
  • En Z(uid)?
  • En O(ost)?
  • En W(est)?
  • En NO? Ik wil graag het exacte antwoord.
  • Als we een koers varen van 225 graden, welke richting is dit dan?
  • Met de koershoekmeter kun je ook koersen uitzetten. Zie blz. 63

Slide 2 - Tekstslide

Welke windrichting is tegenovergesteld aan het oosten?
A
zuid
B
noord
C
west
D
geen van deze antwoorden is juist

Slide 3 - Quizvraag

Welke volgorde van windrichtingen is de juiste?
Ga met de wijzers van de klok mee.
A
west, zuid, noord, oost
B
zuid, west, noord, oost
C
oost, noord, west, zuid
D
noord, oost, west, zuid

Slide 4 - Quizvraag

Er staat een zuidenwind.
In welke richting blaast deze wind?
A
zuiden
B
oosten
C
westen
D
noorden

Slide 5 - Quizvraag

Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?
A
westen
B
zuiden
C
oosten
D
noorden

Slide 6 - Quizvraag

Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?
A
noordoost
B
zuidwest
C
oostwest
D
zuidoost

Slide 7 - Quizvraag

Je vliegt van Amsterdam naar London. In welke windrichting vlieg je dan.
A
oosten
B
zuiden
C
westen
D
noorden

Slide 8 - Quizvraag

 Schaal

Op een kaart wordt meestal met een schaal gewerkt.

  • Wat betekent schaal 1 : 800 000?
  • Hoeveel is dan 5,5 cm op de kaart?
  • Bij een schaal kun je ook een schaallijn tekenen. Bij bovenstaand voorbeeld ziet dit er zo uit:
  • Hiermee kun je de afstanden makkelijker schatten.
  • Dit is lastig als je de afstand over de weg wilt weten. Vuistregel:
    afstand over de weg        1,2 x afstand hemelsbreed


Slide 9 - Tekstslide

Schaal berekenen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Oefenen blz 105 opg 5

Slide 12 - Tekstslide

Wat bedoelen we met hemelsbreed?
A
We gaan met het vliegtuig van punt A naar B
B
We nemen de kortste weg via de autosnelweg van A naar B
C
We gaan in een rechte lijn van A naar B
D
Geen van de gegeven antwoorden is juist

Slide 13 - Quizvraag

Een kaart is op een schaal van
1 : 15.000 getekend.
Dit betekent ..................
A
1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is in werkelijkheid 15.000 keer zo groot.
C
2 = 30.000
D
1 cm op de kaart is 150 meter in het echt

Slide 14 - Quizvraag

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 15 - Quizvraag

De afstand tussen Landgraaf en Amsterdam is
220 km. Op de kaart heb je een afstand van 11 cm gemeten.
De schaal van de keert is dan?
A
1 : 200.000
B
1 : 20.000
C
1 : 2.000.000
D
1 : 2000

Slide 16 - Quizvraag

Stappenplan koershoek
  1. Teken op de plek waar je vandaan vertrekt een lijn/pijl naar het noorden.
  2. Verbind de plaats van vertrek en de plaats waar je naar toe gaat met een lijn.
  3. Leg de windroos met het midden precies op de plek van vertrek en de nul graden op de lijn die naar het noorden wijst.
  4. Lees nu rechtsom (met de klok mee) op de kaart af waar de andere lijn op de schaal ligt.
  5. De hoek tussen deze twee lijnen noemen we de koershoek. Lees dit af.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

2.2 Hoogtelijnen op een kaart
  • Alle punten op één (hoogte)lijn hebben dezelfde hoogte 
  • Voor een punt tussen twee lijnen kan je de hoogte schatten / berekenen
  • Waar lijnen dicht bij elkaar liggen is het stijl

Slide 19 - Tekstslide

Hoogtelijnen

Slide 20 - Tekstslide

*Verticale doorsnede tekenen

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel meter is het hoogteverschil tussen twee hoogtelijnen?

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk
D-toets opgaven 1 t/m 5

Slide 23 - Tekstslide