H3.8 Spelling > Splitsbare werkwoorden

SO WOORDEN H3.5
2Ka a
16/03
2Ka b
22/03
2BKL a
18/03
2BKL b
24/03
2BKa a
18/03
2BKa b
23/03
Deze data zijn onder voorbehoud, vanwege roosterwijzigingen. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

SO WOORDEN H3.5
2Ka a
16/03
2Ka b
22/03
2BKL a
18/03
2BKL b
24/03
2BKa a
18/03
2BKa b
23/03
Deze data zijn onder voorbehoud, vanwege roosterwijzigingen. 

Slide 1 - Tekstslide

KENNEN/KUNNEN
KENNEN:
- Woorden H3.5 (blz. 210-211)
- Schooltaalwoorden 

KUNNEN:
- Theorie afleiding toepassen (blz. 217)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling:
- Voltooid deelwoorden

Instructie:
- Splitsbare werkwoorden
- Splitsbare werkwoorden als voltooid deelwoord



Slide 4 - Tekstslide

Nog even terug..
Voltooid deelwoorden zijn woorden die beginnen met ge-, be-, ver-, her- of ont-.  Ze komen niet alleen in een zin voor. Ze hebben altijd een hulpwerkwoord nodig.

                                               Vaak (dus niet altijd!) staat het                                                                        hulpwerkwoord voor in de zin en het                                                          voltooid deelwoord achter in de zin. 

Slide 5 - Tekstslide

Nog even terug..
Ook bij voltooid deelwoorden heb je te maken met sterke en zwakke werkwoorden. 

Sterke werkwoorden eindigen in de voltooide tijd meestal op -en.

Zwakke werkwoorden eindigen in de voltooide tijd op -d of -t. 

Slide 6 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden
Zoals je al verwacht, zijn splitsbare werkwoorden woorden die kunnen splitsen. Ze vallen als het ware uit elkaar. Ondanks dat het woord in een zin niet meer bij elkaar staat, hoort het nog wel bij elkaar. Het splitsbaar werkwoord bestaat vaak uit een duidelijk werkwoord en een voorzetsel. 


Ken je splitsbare werkwoorden?

Slide 7 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden als voltooid deelwoord
Het meisje geeft haar geld uit aan kleding. 


Het meisje heeft haar geld .............. aan kleding 


Slide 8 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden als voltooid deelwoord
Zwakke werkwoord-en eindigen op -t/-d
Sterke werkwoord-en eindigen op -en 


Slide 9 - Tekstslide

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
herkennen
B
betalen
C
ontbijten
D
aanvragen

Slide 10 - Quizvraag

De leerling heeft zijn toets ingeleverd.


A
Sterk
B
Zwak

Slide 11 - Quizvraag

(vd, uitmaken) Het stelletje heeft het vandaag samen ...

Slide 12 - Open vraag

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
verkiezen
B
voorspellen
C
kwijtschelden
D
overleven

Slide 13 - Quizvraag

(vd, samenvatten) Ik heb de leerstof ...

Slide 14 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'glimlachen'?
A
glimgelachen
B
geglimlacht
C
glimgelacht
D
geglimlachen

Slide 15 - Quizvraag

(vd, omwaaien) Door de harde wind is de boom ....

Slide 16 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van het splitsbare werkwoord 'onderduiken'?
A
geonderduikt
B
ondergeduikt
C
geonderdoken
D
ondergedoken

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van de weektaak. 

We gaan over 10 minuten opdracht 5 samen nakijken. 

Slide 18 - Tekstslide