Les 2 - Drogredenen

ZRGVEPL419AK
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ZRGVEPL419AK

Slide 1 - Tekstslide

ARGUMENTEREN & DROGREDENEN

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik: wat weten jullie nog?
  • Uitleg drogredenen
  • Quiz

Slide 3 - Tekstslide

Wat is argumenteren?
  • Argumenteren is het overtuigen van anderen met behulp van goede argumenten.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten?
  • Subjectieve argumenten: Argumenten gebaseerd op persoonlijke meningen, vermoedens en gevoelens.
  • Objectieve argumenten: Argumenten die te controleren zijn op waarheid.

Slide 5 - Tekstslide

Noem voorbeelden van subjectieve argumenten
  • Vermoedens/aannames
  • ervaringen 
  • gevoelens/emoties
  • normen/waarden
  • geloof/overtuiging

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een stelling?
  • In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan.

  • Welke twee soorten stellingen zijn er?
  • Beleidsstelling: het beleid moet veranderen
  • Waardestelling(standpunt): je vindt iets ergens van

Slide 7 - Tekstslide

Drogreden
Een argument dat logisch lijkt, 
maar bij nader inzien onjuist of misleidend is

Slide 8 - Tekstslide

Onjuiste oorzaak-gevolg
Een drogreden waarbij een oorzakelijk verband wordt gesuggereerd dat niet bewezen of bestaat.

  • Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 9 - Tekstslide

Onjuiste vergelijking
Een drogreden waarbij een onjuiste vergelijking 
wordt gemaakt tussen twee zaken.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 10 - Tekstslide

Generalisatie
Een drogreden waarbij een conclusie wordt getrokken op basis van één voorbeeld of situatie.

  • Zoë en Damian hadden hun huiswerk weer eens niet gemaakt. ‘Niemand hier op school maakt zijn huiswerk!’ zuchtte de lerares Frans.

Slide 11 - Tekstslide

Persoonlijke aanval
Een drogreden waarbij iemand niet ingaat op de argumenten van zijn tegenstander, maar op persoonlijke dingen.

  • Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!

Slide 12 - Tekstslide

Onjuist beroep op autoriteit
Een drogreden waarbij een bekend persoon als autoriteit wordt ingezet, die niets te maken heeft met het onderwerp.

  • 'Natuurlijk kun je beter vegetariër zijn. Maarten 't Hart is het ook niet voor niets en die is behalve schrijver ook nog bioloog.'

Slide 13 - Tekstslide

Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap


Een drogreden waarbij het standpunt wordt ondersteund 
door een kenmerk of eigenschap dat er 
eigenlijk niets mee te maken heeft.

Slide 14 - Tekstslide

Bespelen van het publiek
Een drogreden waarbij een spreker een beroep doet 
op de emoties van het publiek om het te winnen 
voor zijn standpunt.

  • 'U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.'

Slide 15 - Tekstslide

Cirkelredenering
Een drogreden waarbij het standpunt  wordt ondersteund door een argument dat hetzelfde zegt als het standpunt.

  • God bestaat omdat het in de bijbel staat, en wat in de bijbel staat is waar omdat het Gods woord is.

Slide 16 - Tekstslide

Vertekenen van het standpunt
Een drogreden waarbij het standpunt op een andere manier wordt geformuleerd of verdraaid waarbij het daadwerkelijke standpunt niet klopt.

'Je zegt nu wel dat je tegen het gebruik van geweld bent, maar zeg nu zelf: als je een vuurwapen bij je hebt en je wordt overvallen, schiet je dan je aanvaller neer of laat je je beroven?'

Slide 17 - Tekstslide

Vals dilemma
Een drogreden die doet alsof er maar  een keuze is uit twee opties, terwijl er in werkelijkheid  meer mogelijkheden zijn.

  • 'Je zegt nu wel dat je tegen het gebruik van geweld bent, maar zeg nu zelf: als je een vuurwapen bij je hebt en je wordt overvallen, schiet je dan je aanvaller neer of laat je je beroven?'

Slide 18 - Tekstslide

Ontduiken van de bewijslast
Een drogreden waarbij degene die met een stelling komt, 
deze niet verdedigt of bewijst.

'Dat hoef ik niet te bewijzen, dat ís gewoon zo!’

Slide 19 - Tekstslide

"De aarde warmt helemaal niet op. Er valt nog steeds ontzettend veel sneeuw en ik heb het het hele voorjaar koud gehad."
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 20 - Quizvraag

'Iemand die niet studeert, zal nooit slagen.’

A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Cirkelredenering
C
Beroep op traditie
D
Bespelen van het publiek

Slide 21 - Quizvraag

Volkswagen heeft met behulp van sjoemel-software de waarden van de CO2-uitstoot te gunstig voorgesteld. 'Zie je nu wel dat autofabrikanten ordinaire bedriegers zijn.'
A
het voorbeeldschema
B
overhaaste generalisatie
C
het vergelijkingsschema
D
persoonlijke aanval

Slide 22 - Quizvraag

'Hij kan wel zoveel beweren over de multiculturele samenleving; hij laat zijn dochters wel een hoofddoek dragen.'
A
vertekenen van standpunt
B
cirkelredenering
C
ontduiken van bewijslast
D
persoonlijke aanval

Slide 23 - Quizvraag

'Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.'
A
Persoonlijke aanval
B
Cirkelredenering
C
Vertekenen van het standpunt
D
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap

Slide 24 - Quizvraag

Als je geen geweren mag verkopen, moet je hamers ook verbieden, want die zijn ook gevaarlijk.

A
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
Ontduiken van bewijslast
C
Overhaaste generalisatie
D
Verkeerde vergelijking

Slide 25 - Quizvraag

'Je zegt nu wel dat je tegen het gebruik van geweld bent, maar zeg nu zelf: als je een vuurwapen bij je hebt en je wordt overvallen, schiet je dan je aanvaller neer of laat je je beroven?'
A
Persoonlijke aanval
B
Vertekenen van een standpunt
C
Vals dilemma
D
Stok achter de deur

Slide 26 - Quizvraag

'U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.'
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
C
Bespelen van het publiek
D
Verschuiven van de bewijslast

Slide 27 - Quizvraag

'Pieter zal vast een goede leraar zijn, want hij kan goed met mensen omgaan.'
A
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
Verkeerde vergelijking
C
Cirkelredenering
D
Overhaaste generalisatie

Slide 28 - Quizvraag

"De aarde warmt helemaal niet op. Er valt nog steeds ontzettend veel sneeuw en ik heb het het hele voorjaar koud gehad."
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 29 - Quizvraag

God bestaat omdat het in de bijbel staat, en wat in de bijbel staat is waar omdat het Gods woord is.
A
De overhaaste generalisatie
B
De cirkelredenering
C
De onjuiste oorzaakgevolgrelatie
D
De verkeerde vergelijking

Slide 30 - Quizvraag

Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
A
Drogreden: de persoonlijke aanval
B
Drogreden: de cirkelredenering
C
De overhaaste generalisatie
D
De verkeerde vergelijking

Slide 31 - Quizvraag

Zoë en Damian hadden hun huiswerk weer eens niet gemaakt. ‘Niemand hier op school maakt zijn huiswerk!’ zuchtte de lerares Frans.
A
Onjuist oorzaak-gevolgrelatie
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Overhaaste generalisatie
D
Vertekenen van een standpunt

Slide 32 - Quizvraag

'Iemand die niet studeert, zal nooit slagen.’

A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Cirkelredenering
C
Beroep op traditie
D
Bespelen van het publiek

Slide 33 - Quizvraag

Volkswagen heeft met behulp van sjoemel-software de waarden van de CO2-uitstoot te gunstig voorgesteld. 'Zie je nu wel dat autofabrikanten ordinaire bedriegers zijn.'
A
het voorbeeldschema
B
overhaaste generalisatie
C
het vergelijkingsschema
D
persoonlijke aanval

Slide 34 - Quizvraag

'Natuurlijk kun je beter vegetariër zijn. Maarten 't Hart is het ook niet voor niets en die is behalve schrijver ook nog bioloog.'
A
onjuist beroep op autoriteit
B
het vergelijkingsschema
C
cirkelredenering
D
vertekenen van standpunt

Slide 35 - Quizvraag

'Hij kan wel zoveel beweren over de multiculturele samenleving; hij laat zijn dochters wel een hoofddoek dragen.'
A
vertekenen van standpunt
B
cirkelredenering
C
ontduiken van bewijslast
D
persoonlijke aanval

Slide 36 - Quizvraag

'Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.'
A
Persoonlijke aanval
B
Cirkelredenering
C
Vertekenen van het standpunt
D
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap

Slide 37 - Quizvraag

Als je geen geweren mag verkopen, moet je hamers ook verbieden, want die zijn ook gevaarlijk.

A
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
Ontduiken van bewijslast
C
Overhaaste generalisatie
D
Verkeerde vergelijking

Slide 38 - Quizvraag

'Je zegt nu wel dat je tegen het gebruik van geweld bent, maar zeg nu zelf: als je een vuurwapen bij je hebt en je wordt overvallen, schiet je dan je aanvaller neer of laat je je beroven?'
A
Persoonlijke aanval
B
Vertekenen van een standpunt
C
Vals dilemma
D
Stok achter de deur

Slide 39 - Quizvraag

Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?
A
Stok achter de deur
B
Ontduiken van bewijslast
C
Persoonlijke aanval
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 40 - Quizvraag

'U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.'
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
C
Bespelen van het publiek
D
Verschuiven van de bewijslast

Slide 41 - Quizvraag

'Pieter zal vast een goede leraar zijn, want hij kan goed met mensen omgaan.'
A
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
Verkeerde vergelijking
C
Cirkelredenering
D
Overhaaste generalisatie

Slide 42 - Quizvraag

'Dat hoef ik niet te bewijzen, dat ís gewoon zo!’
A
Vals dilemma
B
Cirkelredenering
C
Verschuiven van de bewijslast
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 43 - Quizvraag

HUISWERK

Slide 44 - Tekstslide