Schrijfvaardigheid les 7

Welkom 1HVe

Paklijst:
- Lesboek & lijntjesschrift
- Pen en/of etui
- (Nederlands) leesboek
- Opgeladen laptop (met oplader)


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1HVe

Paklijst:
- Lesboek & lijntjesschrift
- Pen en/of etui
- (Nederlands) leesboek
- Opgeladen laptop (met oplader)


Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
Mededelingen
Herhaling tekstopbouw en -onderdelen
Nakijken opdracht 7
Soortgelijke toetsvraag oefenen
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
                    - Morgen toets creatief schrijven
                 - Les 1: oefenen & voorbereiden
Les 2: toets maken    
- Beoordelingsmodel tijdens toets beschikbaar, zodat je kan focussen op het schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De opbouw van een tekst

Een tekst is altijd logisch opgebouwd. 

Dat helpt met de leesbaarheid en het brengen van informatie.

Het gebruik van alinea's helpt hierbij.

Slide 5 - Tekstslide

Alinea's (Gescheiden door witregels)
  • Zinnen die bij elkaar horen.
  • Zinnen die over hetzelfde deelonderwerp gaan.


Per alinea gebruiken we minimaal 3 zinnen!

Slide 6 - Tekstslide

De titel
Met de titel trek je de aandacht van de lezer. Ook laat je zien waar de tekst over gaat. 

De titel moet dus vermakelijk en informatief zijn.

Bedenk de titel NA het schrijven, zodat deze goed aansluit op wat je hebt geschreven!

Slide 7 - Tekstslide

De inhoud
Na het bedenken van een onderwerp, denk je na hoe de tekst eruit gaat zien. Je stelt jezelf een aantal vragen:
- Wat is het onderwerp?
- Voor wie schrijf je de tekst?
- Wat voor soort tekst wordt het?
- Wat is het doel? Informeren, overtuigen, amuseren, activeren?
- Wat is de belangrijkste boodschap? 

Tip: Schrijf in steekwoorden om de structuur van je tekst op weg te helpen!

Slide 8 - Tekstslide

De inleiding
De inleiding is belangrijk, omdat je wilt dat de lezer verder leest.
Dat doe je door:
1. Het onderwerp te introduceren
2. Al iets te vertellen over de inhoud

Trek aandacht met: -een goede vraag, -een voorbeeld,                    - opmerkelijk feitje, -interessante anekdote

Slide 9 - Tekstslide

Het middenstuk

In het middenstuk werk je alles dat je hebt verteld in de inleiding verder uit. 

Je vertelt hier alle (belangrijke) informatie.


Slide 10 - Tekstslide

Het slot
In het slot geef je geen nieuwe informatie, maar blik je wel terug op wat je eerder in de tekst hebt geschreven.

Meestal een samenvatting/conclusie over het middenstuk.

Je komt terug op de tekst van de inleiding of je beantwoordt de gestelde vraag. Zo wordt de tekst een logisch geheel.

Slide 11 - Tekstslide

Het slot
Het slot kan meerdere vormen aannemen, afhankelijk van jouw tekst. Elke tekstsoort heeft een ander slot:
  • Tekst met mening en argumenten = Conclusie in het slot
  • Beschrijf je een gebeurtenis? = Slot is een samenvatting
  • Staat een probleem centraal? = Het slot bevat de belangrijkste oplossing
  • Vraag in de inleiding? = In het slot geef je antwoord

Slide 12 - Tekstslide

Het Slot - Opdracht 7
a.
b.
c.
d.

Slide 13 - Tekstslide

Het Slot - Opdracht 7
a. 1. Geen witregel 2. Geen conclusie, samenvatting, antwoord of uitsmijter 3. Nieuwe informatie in de laatste alinea
b. 
c. 
d. 

Slide 14 - Tekstslide

Het Slot - Opdracht 7
a. 1. Geen witregel 2. Geen conclusie, samenvatting, antwoord of uitsmijter 3. Nieuwe informatie in de laatste alinea
b. Probleem: jongeren weten weinig over werk van de provincie
c. 
d. 

Slide 15 - Tekstslide

Het Slot - Opdracht 7
a. 1. Geen witregel 2. Geen conclusie, samenvatting, antwoord of uitsmijter 3. Nieuwe informatie in de laatste alinea
b. Probleem: jongeren weten weinig over werk van de provincie
c. 2 oplossingen: 1. actiever op social media 2. oprichten van een klankbordgroep
d. 

Slide 16 - Tekstslide

Het Slot - Opdracht 7
d. Kortom, het is van belang dat er rekening wordt gehouden met de manier waarop jongeren worden benaderd. Zolang jongeren niet direct worden aangesproken, zullen ze zich ook niet snel aangesproken voelen.

Slide 17 - Tekstslide

De opbouw van een tekst
Een tekst is altijd logisch opgebouwd uit:
  • Titel: Aandachtstrekker. Geeft aan waar de tekst over gaat.
  • Inleiding: Introductie van het onderwerp. Hier staat wat er in de tekst zal worden verteld.
  • Middenstuk: De belangrijkste informatie. Soms uitgewerkt in tussenkopjes.
  • Slot: Samenvatting of conclusie (zonder nieuwe informatie)

Slide 18 - Tekstslide

Belangrijk: Veel oefenen
Goede teksten leren schrijven is vooral veel doen en oefenen.

Gebruik tijdens het oefenen thuis het beoordelingsformulier op Classroom, zodat je leert op welke zaken je goed moet letten!

Slide 19 - Tekstslide

Mogelijke toetsopdracht
Schrijf een tekst van minimaal 10 regels, zonder maximum.

De tekst moet gaan over onderstaand verhaal:
Je zit in de trein op weg naar een nieuwe stad waar je nog nooit eerder bent geweest. De reis verloopt rustig, tot het moment dat de trein plotseling stopt midden in een donker bos. Het is al laat en er zijn maar weinig andere passagiers. De conducteur komt langs en zegt dat de trein niet verder kan rijden vanwege een probleem. Terwijl je naar buiten kijkt, zie je een vreemd licht in de verte tussen de bomen. Wat doe je? Wat gebeurt er verder?

Slide 20 - Tekstslide

Tijd over?
Introductie: Gespeld

Slide 21 - Tekstslide

Tijd over? Nieuwsartikel

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting
Toetsdatum 24 september!!!

Succes met de voorbereidingen

Slide 23 - Tekstslide